Het aanbieden van buprenorfine aan gedetineerden met een stoornis in gebruik van opiaten kan de recidivecijfers verminderen, zo blijkt uit onderzoek[zotpressInText item=”{9309347:5LYHKM85}” format=”%num%” brackets=”yes”] gepubliceerd in Drug and Alcohol Dependence.
In het onderzoek kreeg de ene groep zowel buprenorfine als naltrexon; de andere groep kreeg alleen naltrexon. De onderzoekers volgden de recidive na vrijlating (elke opsluiting, voorgeleiding of overtreding van de proeftijd) van alle volwassenen met een gediagnosticeerde stoornis in gebruik van opiaten.
Volwassenen die zowel buprenorfine als naltrexon gebruikten, ondervonden statistisch minder hernieuwde voorgeleiding (36% vs. 47%) en hernieuwde opsluiting (21% vs. 39%) in vergelijking met degenen die alleen naltrexon gebruikten. Er was geen significant verschil in proeftijdovertredingen.
Na correctie voor kleine verschillen tussen de twee groepen gedetineerden, berekenden de onderzoekers dat buprenorfine het risico op eventuele recidive met 32% verminderde.
Implicaties voor de praktijk
Onder gedetineerde volwassenen met een stoornis in het gebruik van opioïden is het risico op recidive na het verlaten van de gevangenis lager bij degenen aan wie buprenorfine werd aangeboden tijdens detentie. Bevindingen ondersteunen de groeiende beweging in gevangenissen (in ieder geval in de VS) om buprenorfine en andere agonisten aan te bieden voor stoornissen in het gebruik van opioïden.
[zotpressInTextBib style=”vancouver” sort=”ASC”]