Een nieuwe meta-analyse heeft de effecten van antipsychotica op gewichtstoename en metabole functie onderzocht bij patiënten met acute schizofrenie. Hiervoor zijn verschillende databases doorzocht op gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken die de effecten van antipsychotica op gewichtstoename en metabole functie bij deze patiënten onderzochten. Vervolgens is er een meta-analyse uitgevoerd van de gegevens uit deze onderzoeken.
Uit 32 onderzoeken [zotpressInText item=”{9309347:JSWY6GSJ}” format=”(%num%)” brackets=”yes”] met in totaal 5.246 patiënten bleek dat alle antipsychotica gewichtstoename veroorzaken, maar dat sommige antipsychotica minder uitgesproken effecten hebben dan andere. Quetiapine leidde tot de grootste gewichtstoename, terwijl aripiprazol het minst leidde tot gewichtstoename. Olanzapine en clozapine waren het meest geassocieerd met metabole bijwerkingen, terwijl aripiprazol en ziprasidon de minste metabole bijwerkingen hadden.
De conclusie is dat alle antipsychotica leiden tot gewichtstoename en dat sommige antipsychotica meer uitgesproken effecten hebben dan andere. Bij de keuze voor een antipsychoticum moet rekening worden gehouden met de metabole effecten van het medicijn en deze keuze moet worden gebaseerd op een individuele beoordeling van de risico’s en voordelen.
Aanvullende (achtergrond)informatie
[zotpressInTextBib style=”vancouver” sort=”ASC”]
Antipsychotica
Er zijn verschillende antipsychotica beschikbaar in Nederland, zowel typische als atypische antipsychotica.
Typische antipsychotica
Typische antipsychotica, ook wel bekend als eerste generatie antipsychotica, zijn een klasse van medicijnen die worden gebruikt om symptomen van psychose en schizofrenie te behandelen. Deze medicijnen werken door te interageren met de dopaminereceptoren in de hersenen, waardoor de niveaus van dopamine in de hersenen worden verlaagd. Dopamine is een neurotransmitter die betrokken is bij het reguleren van emoties, motivatie en het beloningssysteem.
Typische antipsychotica worden als “typisch” beschouwd omdat ze de oudere, eerste generatie antipsychotica zijn die werden ontwikkeld voordat de atypische antipsychotica werden geïntroduceerd. Enkele voorbeelden van typische antipsychotica zijn chlorpromazine, haloperidol, en flupentixol.
Hoewel typische antipsychotica effectief kunnen zijn bij het verminderen van symptomen van psychose en schizofrenie, hebben ze ook bijwerkingen zoals slaperigheid, duizeligheid, bewegingsstoornissen en een verhoogd risico op het ontwikkelen van tardieve dyskinesie, een aandoening die zich manifesteert als onvrijwillige spierbewegingen, met name in het gezicht. Atypische antipsychotica worden vaak beschouwd als een modernere behandeloptie omdat ze over het algemeen minder bijwerkingen hebben.
Atypische antipsychotica
Atypische antipsychotica, ook wel bekend als tweede generatie antipsychotica, zijn een klasse van medicijnen die worden gebruikt om symptomen van psychose en schizofrenie te behandelen. Net als typische antipsychotica, werken atypische antipsychotica door de niveaus van dopamine in de hersenen te verlagen. Maar atypische antipsychotica hebben ook invloed op andere neurotransmitters in de hersenen, zoals serotonine en noradrenaline, waardoor ze mogelijk effectiever zijn in het verminderen van symptomen van psychose en schizofrenie dan typische antipsychotica.
Atypische antipsychotica hebben over het algemeen minder bijwerkingen dan typische antipsychotica, zoals minder kans op tardieve dyskinesie, een aandoening die zich manifesteert als onvrijwillige spierbewegingen, met name in het gezicht. Enkele voorbeelden van atypische antipsychotica zijn risperidon, olanzapine, quetiapine, aripiprazol, clozapine en paliperidon.
Hoewel atypische antipsychotica effectiever en beter verdragen kunnen worden dan typische antipsychotica, hebben ze ook bijwerkingen zoals gewichtstoename, metabole problemen zoals diabetes, slaperigheid en duizeligheid. De keuze voor een specifiek antipsychoticum is afhankelijk van de individuele patiënt en de aard van de symptomen.
Bijwerkingen
Antipsychotica kunnen verschillende bijwerkingen hebben, sommige van deze bijwerkingen zijn onderzocht en gerapporteerd in klinische onderzoeken en in de praktijk. Hier zijn enkele voorbeelden van bijwerkingen die onderzocht zijn:
- Extrapyramidale bijwerkingen (EPB): Dit zijn bewegingsstoornissen die kunnen optreden bij het gebruik van antipsychotica. Voorbeelden van EPB zijn parkinsonisme, dystonie en tardieve dyskinesie. Deze bijwerkingen kunnen worden veroorzaakt door het verlagen van de niveaus van dopamine in de hersenen door antipsychotica.
- Metabole bijwerkingen: Antipsychotica kunnen het risico op gewichtstoename, diabetes en verhoogde cholesterol- en triglycerideniveaus verhogen. Dit kan leiden tot het ontstaan van metabool syndroom.
- Cardiale bijwerkingen: Antipsychotica kunnen het risico op hartritmestoornissen en andere hartgerelateerde bijwerkingen verhogen.
- Sedatie: Antipsychotica kunnen slaperigheid veroorzaken, waardoor het moeilijk kan zijn om zich te concentreren en activiteiten uit te voeren.
- Seksuele disfunctie: Antipsychotica kunnen seksuele disfunctie veroorzaken, zoals verminderde libido, erectiestoornissen en anorgasmie.
- Neurologische bijwerkingen: Antipsychotica kunnen ook neurologische bijwerkingen veroorzaken, zoals tremoren, convulsies en verwardheid.