Steeds vaker duikt de vraag op: wat is het verband tussen Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder (ADHD) en testosteron? Deze vraag wordt vaak gevoed door de observatie dat ADHD vaker wordt gediagnosticeerd bij jongens en mannen.1 Veel aannames over dit verband zijn echter gebaseerd op verouderde of te simpele ideeën over testosteron als de drijvende kracht achter typisch ‘mannelijk’ gedrag. De wetenschappelijke realiteit is veel complexer en vaak tegenintuïtief.3
Dit artikel geeft een helder en evidence-based overzicht van de huidige wetenschappelijke stand van zaken rondom testosteron en ADHD. We gaan voorbij de mythes en onderzoeken drie belangrijke gebieden. Eerst kijken we naar de rol van testosteronblootstelling voor de geboorte. Daarna analyseren we de relatie met de testosteronspiegel op latere leeftijd. Tot slot bespreken we de praktische klinische implicaties voor diagnostiek en behandeling.
Leerdoelen
Na het lezen van dit artikel:
- Kun je het verschil uitleggen tussen de rol van prenatale testosteronblootstelling en circulerende testosteronspiegels in relatie tot ADHD.
- Kun je de klinische implicaties van recent onderzoek benoemen, inclusief de rol van BMI als confounder, het risico van langdurig stimulantgebruik en de status van testosterontherapie.
- Kun je een patiënt met vragen over ADHD en testosteron genuanceerd en evidence-based informeren, en mythes van de wetenschappelijke feiten onderscheiden.
De basis
Om de complexe relatie tussen ADHD en testosteron te begrijpen, is het belangrijk om eerst de basis van beide concepten helder te hebben. Wat is ADHD precies en welke rol speelt testosteron in het lichaam en de hersenen?
Wat is ADHD?
ADHD (Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder) is een neurobiologische ontwikkelingsstoornis. Dit betekent dat de oorzaak ligt in de ontwikkeling en het functioneren van de hersenen. De stoornis wordt gekenmerkt door een aanhoudend patroon van onoplettendheid en/of hyperactiviteit-impulsiviteit. Deze kenmerken belemmeren het functioneren in het dagelijks leven of de ontwikkeling van een persoon.4
De kernsymptomen kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën 4:
- Onoplettendheid: Mensen met dit kenmerk hebben vaak moeite om de aandacht bij details te houden of maken slordigheidsfouten. Ze vinden het lastig om de aandacht lang vast te houden bij taken of spel. Vaak lijken ze niet te luisteren als ze direct worden aangesproken. Het organiseren van taken en activiteiten is een uitdaging, en ze zijn vaak vergeetachtig bij dagelijkse bezigheden.
- Hyperactiviteit en impulsiviteit: Dit uit zich in onrustig bewegen met handen of voeten (friemelen) en moeite hebben om stil te blijven zitten. Mensen met hyperactiviteit voelen zich vaak rusteloos of ‘in de weer’. Ze praten veel, geven antwoord voordat een vraag is afgemaakt en vinden het moeilijk om op hun beurt te wachten. Impulsiviteit betekent ook vaak handelen zonder na te denken over de gevolgen.
Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat ADHD samenhangt met verschillen in de structuur en werking van de hersenen. Vooral de netwerken die de neurotransmitters dopamine en noradrenaline gebruiken, functioneren anders. Deze stoffen zijn cruciaal voor de executieve functies, zoals aandacht, het reguleren van gedrag en het verwerken van beloningen.6
Wat is de rol van testosteron?
Testosteron is een steroïdhormoon. Het staat vooral bekend als het belangrijkste mannelijke geslachtshormoon, maar het is ook in lagere hoeveelheden aanwezig bij vrouwen en is voor hen eveneens belangrijk.10 De functies van testosteron zijn breed. Het is essentieel voor de ontwikkeling van mannelijke lichamelijke kenmerken tijdens de puberteit, de productie van sperma en het libido (zin in seks).10
Daarnaast heeft testosteron invloed op de opbouw van spier- en botmassa, de vetverdeling en de aanmaak van rode bloedcellen. Voor het onderwerp van dit artikel is het belangrijk om te weten dat testosteron ook een rol speelt in de hersenen. Het kan de stemming, het energieniveau en cognitieve functies zoals het geheugen en de concentratie beïnvloeden.14
Een laag testosterongehalte, een aandoening die hypogonadisme wordt genoemd, kan leiden tot symptomen als chronische vermoeidheid, prikkelbaarheid, een sombere stemming, concentratieproblemen en een verminderd libido.3 Deze symptomen vertonen een aanzienlijke overlap met de kenmerken van ADHD, met name het overwegend onoplettende beeld (vroeger ADD genoemd), en met veelvoorkomende comorbide stoornissen zoals depressie.
Deze symptoomoverlap is een belangrijke bron van klinische verwarring. Een patiënt die zich meldt met klachten over vermoeidheid, concentratieproblemen en prikkelbaarheid kan een clinicus doen denken aan ADHD of een stemmingsstoornis. Dit zijn echter ook de klassieke symptomen van hypogonadisme. Hierdoor bestaat het risico op een verkeerde diagnose. De klachten van een patiënt kunnen volledig worden toegeschreven aan ADHD, terwijl een onderliggende en behandelbare endocriene aandoening over het hoofd wordt gezien. Andersom kan een patiënt met ADHD ten onrechte denken dat zijn klachten worden veroorzaakt door een ‘te laag testosteron’. De relatie tussen testosteron en ADHD is dus misschien niet direct oorzakelijk, maar de symptomatische overlap is een klinisch relevant fenomeen. Dit onderstreept het belang van een brede differentiaaldiagnose, zeker bij volwassen mannen die zich presenteren met nieuwe of verergerde onoplettendheidsklachten.
Abonnement benodigd
Dit artikel kopen & lezen
Kosten:1 credit
Beschikbaar krediet: N/A.
De prenatale hypothese: de invloed van testosteron in de baarmoeder
Een van de meest hardnekkige theorieën over de link tussen testosteron en ADHD richt zich niet op de hormoonspiegels op volwassen leeftijd, maar op de blootstelling eraan in de baarmoeder. Deze prenatale hypothese stelt dat hormonen tijdens de zwangerschap de ontwikkeling van de hersenen van de foetus kunnen beïnvloeden.
De theorie, die deels is gebaseerd op de ‘Geschwind-Galaburda hypothese’, suggereert dat hogere niveaus van testosteron tijdens de foetale ontwikkeling de structuur van de hersenen kunnen veranderen. Dit zou de ontwikkeling van bepaalde hersengebieden, met name in de linkerhersenhelft, kunnen vertragen en de kwetsbaarheid voor neuro-ontwikkelingsstoornissen zoals ADHD en leerstoornissen kunnen vergroten.2 Dit wordt vaak aangehaald als een mogelijke verklaring voor het feit dat ADHD vaker bij mannen wordt gediagnosticeerd.
Indirect bewijs: de 2D:4D-ratio
Directe meting van hormoonspiegels bij een foetus is complex en invasief. Daarom gebruiken onderzoekers vaak indirecte markers. Een bekende marker is de 2D:4D-ratio: de verhouding tussen de lengte van de wijsvinger (tweede vinger, 2D) en de ringvinger (vierde vinger, 4D). Een lagere ratio, wat betekent dat de ringvinger relatief langer is dan de wijsvinger, wordt in verband gebracht met een hogere blootstelling aan androgenen (zoals testosteron) in de baarmoeder.12 Verschillende studies hebben inderdaad een verband gevonden tussen een lagere 2D:4D-ratio en meer ADHD-symptomen, wat de prenatale hypothese ondersteunt.12
Directer bewijs: meta-analyses
Recenter en sterker bewijs komt uit grote meta-analyses die de resultaten van vele individuele studies combineren. Een uitgebreide meta-analyse uit 2022 door Bitsko en collega’s onderzocht diverse risicofactoren tijdens de zwangerschap.20 De onderzoekers concludeerden dat blootstelling aan verhoogde prenatale testosteronspiegels positief en significant geassocieerd was met ADHD. Dit gold voor zowel de algehele ADHD-diagnose als voor de specifieke symptoomclusters van onoplettendheid en hyperactiviteit/impulsiviteit.
Een belangrijke nuance hierbij is dat de gevonden effectgrootte klein was. De correlatiecoëfficiënten lagen rond de -0.14 en -0.16. Dit betekent dat hoewel het verband statistisch significant is, de voorspellende waarde voor een individu zeer laag is. Prenatale testosteronblootstelling is dus hooguit een klein stukje van een veel grotere en complexere puzzel, waarin genetische en andere omgevingsfactoren een veel grotere rol spelen.
Een nieuwe wending: focus op moederlijke en erfelijke factoren
De traditionele hypothese richt zich op de directe blootstelling van de foetus aan testosteron. Een zeer recente studie uit 2025 van Sen-Akinci en collega’s geeft hier echter een verrassende wending aan.22 De onderzoekers vonden dat de
moeders van kinderen met ADHD zelf significant lagere 2D:4D-ratio’s hadden. Dit suggereert dat deze moeders tijdens hun eigen foetale ontwikkeling aan hogere testosteronspiegels waren blootgesteld.
Deze bevinding verlegt de focus en compliceert het beeld. Het suggereert dat het verband tussen prenatale testosteron en ADHD mogelijk niet zozeer een rechtstreeks effect is van hormoon op foetus. Het kan een indicator zijn van een complexere, intergenerationele of genetische kwetsbaarheid. Mogelijke verklaringen zijn:
- Een gedeelde genetische aanleg die zowel de hormoongevoeligheid (leidend tot een lagere 2D:4D-ratio) als het risico op ADHD beïnvloedt, en die van moeder op kind wordt doorgegeven.
- De hormonale omgeving van de moeder tijdens haar eigen ontwikkeling beïnvloedt haar hormonale huishouding tijdens de zwangerschap, wat op zijn beurt de ontwikkeling van haar kind beïnvloedt.
Daarnaast tonen andere studies aan dat omgevingsfactoren zoals prenatale stress bij de moeder kunnen leiden tot verhoogde testosteronspiegels bij de foetus en meer ADHD-achtige symptomen bij peuters.18 Dit wijst op een interactie tussen omgeving (stress) en biologie (hormonen). De link is dus niet deterministisch, maar onderdeel van een complex samenspel van factoren.
Circulerend testosteron en ADHD-symptomen: een onduidelijk en niet-causaal verband
Terwijl de prenatale hypothese enige ondersteuning vindt in de wetenschap, is het beeld voor circulerend testosteron – de hormoonspiegel in het bloed op kinder- of volwassenleeftijd – veel minder duidelijk. De veelgehoorde aanname dat een laag (of juist hoog) testosterongehalte ADHD-symptomen veroorzaakt, wordt door robuust wetenschappelijk onderzoek niet ondersteund.3
Observationele studies, waarbij onderzoekers de testosteronspiegels meten bij groepen met en zonder ADHD, hebben tegenstrijdige en onduidelijke resultaten opgeleverd. Sommige studies vinden geen verschil in testosteronspiegels tussen de groepen, terwijl andere zwakke verbanden vinden die bij nader inzien niet standhouden.19 Belangrijker nog, er is geen overtuigend onderzoek dat een verband aantoont tussen de hoogte van de testosteronspiegel en de ernst van de ADHD-symptomen.3
De doorbraak: Mendeliaanse randomisatie
Om meer duidelijkheid te krijgen over een mogelijk oorzakelijk verband, maken wetenschappers tegenwoordig gebruik van een krachtige genetische onderzoeksmethode: Mendeliaanse randomisatie (MR). Deze methode kan worden gezien als een soort ‘natuurlijk experiment’. Het werkt als volgt:
- Ieder mens erft bij de conceptie willekeurige genetische varianten van zijn ouders.
- Sommige van deze genvarianten zijn geassocieerd met een van nature iets hogere of lagere testosteronspiegel gedurende het leven.
- Omdat deze genen willekeurig zijn verdeeld over de bevolking, kunnen onderzoekers kijken of mensen met de ‘lage testosteron-genen’ vaker ADHD hebben dan mensen met de ‘hoge testosteron-genen’.
Deze methode heeft een groot voordeel: het omzeilt problemen zoals omgekeerde causaliteit. Het is bijvoorbeeld denkbaar dat de stress en de leefstijl die met ADHD gepaard gaan, leiden tot een lagere testosteronspiegel, en niet andersom. Omdat genen vastliggen vanaf de geboorte, kan MR helpen om de richting van het verband (oorzaak en gevolg) te bepalen.
Een grootschalige MR-studie uit 2024 door Dinkelbach en collega’s heeft dit precies onderzocht.19 De conclusie was ondubbelzinnig: er werd geen robuust bewijs gevonden voor een oorzakelijk verband tussen biologisch beschikbaar testosteron en het risico op ADHD. Dit gold voor zowel mannen als vrouwen.
De cruciale rol van BMI als stoorfactor
De studie van Dinkelbach en collega’s leverde nog een ander fundamenteel inzicht op. In een eerste, gecombineerde analyse van mannen en vrouwen leek er een heel zwak verband te zijn. Dit verband verdween echter volledig toen de onderzoekers corrigeerden voor een andere factor: de Body Mass Index (BMI).19
Dit toont aan dat BMI een belangrijke ‘confounder’ of stoorfactor is. De redenering hierachter is als volgt:
- Er is een bekende genetische overlap tussen factoren die de BMI beïnvloeden en factoren die het risico op ADHD verhogen.
- Er is ook een sterke relatie tussen BMI en testosteronspiegels (een hogere BMI bij mannen gaat vaak samen met een lagere testosteronspiegel).
- Het zwakke verband dat aanvankelijk werd gevonden tussen testosteron en ADHD was dus geen direct verband. Het was een statistische illusie, veroorzaakt door de BMI, die met beide factoren samenhangt.
Deze bevinding verandert de onderzoeks- en klinische vraag fundamenteel. In plaats van te vragen “Veroorzaakt testosteron ADHD?”, zouden we moeten vragen: “Welke gedeelde genetische en metabole routes verhogen mogelijk de aanleg voor zowel ADHD als voor aandoeningen die samenhangen met een veranderde testosteronspiegel, zoals obesitas?”. Dit wijst op een meer geïntegreerde, systemische kijk op ADHD, waarin ook de metabole gezondheid een rol speelt.
Een laatste nuance: de link met agressie
Hoewel circulerend testosteron geen oorzaak lijkt te zijn van de kernsymptomen van ADHD, kan het wel een rol spelen bij comorbide problemen. Een studie van Al-Tuhafy en collega’s uit 2014 onder schoolgaande kinderen met ADHD vond dat hogere testosteronspiegels niet geassocieerd waren met ADHD zelf, maar specifiek met comorbide agressief gedrag.29 Dit is een belangrijke nuance voor de praktijk. Wanneer een patiënt met ADHD zich presenteert met aanzienlijke agressie, kan testosteron een bijdragende biologische factor zijn voor de agressie, maar niet voor de onderliggende onoplettendheid of hyperactiviteit.
Het bredere hormonale perspectief: meer dan alleen testosteron
De focus op enkel testosteron is reductionistisch. Hormonale invloeden op de hersenen zijn complex en interactief. Om de rol van testosteron goed te begrijpen, moeten we het in een breder, sekse-specifiek perspectief plaatsen.
De contrastrerende rol van vrouwelijke hormonen
De zoektocht naar een verband tussen circulerend testosteron en ADHD staat in schril contrast met het groeiende bewijs voor de rol van vrouwelijke geslachtshormonen. Een recente systematische review van Osianlis en collega’s (2025) bevestigt dat schommelingen in oestrogeen en progesteron een significante invloed hebben op ADHD-symptomen bij vrouwen.1
Veel vrouwen met ADHD rapporteren dat hun symptomen verergeren in de premenstruele (luteale) fase van hun cyclus, wanneer de oestrogeenspiegels dalen. Ze merken dan bijvoorbeeld dat hun ADHD-medicatie minder effectief lijkt.12 Oestrogeen beïnvloedt de dopaminerge en serotonerge systemen in de hersenen, die ook bij ADHD een rol spelen. Wanneer de oestrogeenspiegel daalt, kan dit de toch al kwetsbare neurotransmittersystemen verder ontregelen.12 Ook tijdens de perimenopauze, wanneer de oestrogeenspiegels sterk fluctueren en dalen, ervaren veel vrouwen cognitieve klachten die sterk lijken op ADHD-symptomen, zoals problemen met het werkgeheugen en de organisatie.33
Dit duidelijke verband tussen de menstruele cyclus en ADHD-symptomen bij vrouwen versterkt de conclusie dat de hormonale invloed op ADHD zeer sekse-specifiek is. Bij vrouwen lijkt de fluctuatie van hormonen de sleutel te zijn, terwijl de focus op absolute testosteronspiegels bij mannen een dood spoor lijkt.
Het PCOS-model als natuurlijk experiment
Een andere interessante invalshoek is het onderzoek naar het Polycysteus Ovarium Syndroom (PCOS). PCOS is een endocriene aandoening bij vrouwen die onder andere wordt gekenmerkt door hyperandrogenisme: een verhoogde productie van androgenen zoals testosteron.34 Studies tonen aan dat vrouwen met PCOS een significant hogere prevalentie van ADHD-symptomen hebben, met name op het gebied van hyperactiviteit en impulsiviteit.12
Dit lijkt op het eerste gezicht de theorie te ondersteunen dat hoge testosteronspiegels ADHD veroorzaken. Een cruciale bevinding uit een studie van Hergüner en collega’s (2015) spreekt dit echter tegen. Hoewel vrouwen met PCOS meer ADHD-symptomen hadden, was er in deze groep geen correlatie tussen de ernst van de ADHD-symptomen en hun actuele serumtestosteronspiegels.35
Hoe kan dit worden verklaard? De meest waarschijnlijke verklaring sluit perfect aan bij de bevindingen uit de eerdere secties. Het verband tussen PCOS en ADHD wordt waarschijnlijk niet veroorzaakt door de hoge circulerende testosteronspiegels op volwassen leeftijd, maar door gedeelde genetische factoren of door de effecten van de verhoogde prenatale blootstelling aan androgenen. Dit versterkt opnieuw de prenatale hypothese en ontkracht de rol van circulerend testosteron als directe oorzaak van ADHD.
Klinische relevantie en implicaties voor de praktijk
Wat betekent al dit wetenschappelijk onderzoek nu concreet voor de ggz-professional? De bevindingen hebben directe implicaties voor de diagnostiek, de voorlichting aan patiënten en de behandeling van ADHD.
Beïnvloedt ADHD-medicatie de testosteronspiegel?
Een veelgehoorde zorg bij patiënten en ouders is of stimulantia, de eerstelijnsbehandeling voor ADHD, de hormonale ontwikkeling kunnen beïnvloeden.
- Kortetermijneffecten: Een prospectieve studie uit 2017 door Wang en collega’s onderzocht dit bij kinderen.37 De conclusie was geruststellend: kortdurende behandeling met methylfenidaat (gedurende 4 weken) had geen significant effect op de speekseltestosteronspiegels.
- Langetermijneffecten: Recent onderzoek werpt echter een nieuw licht op de langetermijneffecten. Een grote Amerikaanse populatiestudie van Deibert en collega’s, gepubliceerd in 2024, analyseerde de gegevens van duizenden mannen.38 De studie vond dat langdurig gebruik van stimulantia (gedefinieerd als minimaal 36 voorschriften) geassocieerd was met een statistisch significant verhoogd risico op de diagnose testiculaire hypofunctie (klinisch vastgesteld laag testosteron).
Het is essentieel om dit nieuwe risico in de juiste context te plaatsen. Hoewel het relatieve risico ongeveer 1.75 keer hoger was voor mannen met langdurig medicatiegebruik, was de absolute risicotoename erg klein. De diagnose hypogonadisme kwam in de totale groep weinig voor. De toename van het absolute risico was slechts 0.5%, wat neerkomt op ongeveer 1 extra geval per 200 mannen die langdurig stimulantia gebruiken.38
Dit nieuwe inzicht vraagt om een aanpassing in de klinische praktijk, niet om het staken van een effectieve behandeling. De bewezen voordelen van stimulantia voor het managen van ADHD-symptomen en het verbeteren van de kwaliteit van leven zijn groot. Het risico op hypogonadisme is klein, maar reëel. De klinische implicatie is dat professionals alert moeten zijn op dit mogelijke langetermijneffect. Het is belangrijk om dit mee te nemen in de voorlichting (informed consent) en om tijdens langdurige follow-up-contacten proactief te vragen naar onverklaarde, aanhoudende symptomen die op hypogonadisme kunnen wijzen, zoals chronische vermoeidheid, aanhoudende somberheid of seksuele disfunctie.
Kan testosterontherapie (TRT) ADHD behandelen?
Gezien de symptoomoverlap en de aanhoudende mythes, vragen sommige patiënten zich af of testosterontherapie (TRT) hun ADHD kan verhelpen. Het antwoord hierop is, op basis van het huidige bewijs, duidelijk.
Er zijn geen klinische trials die het gebruik van TRT als primaire behandeling voor ADHD ondersteunen.3 Het voorschrijven van testosteron voor deze indicatie is off-label en niet evidence-based. Er bestaan wel enkele casusbeschrijvingen, zoals een serie van Giltay en collega’s uit 2022, waarin drie mannen met een laag-normale testosteronspiegel een verbetering van hun ADHD-symptomen ervoeren na start met TRT.39 Dit soort rapporten is echter het laagste niveau van wetenschappelijk bewijs; het kan hypothesen genereren voor verder onderzoek, maar bewijst geen effectiviteit.
Indirect bewijs uit een ander veld biedt een verklaring waarom TRT waarschijnlijk geen ‘wondermiddel’ is voor ADHD. Een zeer recente (2025) meta-analyse van Zhang en collega’s onderzocht de effecten van TRT op de cognitieve functies bij mannen met vastgesteld hypogonadisme.16 De resultaten waren domein-specifiek:
- TRT leidde tot significante verbeteringen in executieve functies (zoals plannen en organiseren) en geheugen.
- Het effect op aandacht was echter veel kleiner en minder uitgesproken.
Deze bevinding is cruciaal. Hoewel het verbeteren van executieve functies zeker nuttig is voor iemand met ADHD, pakt TRT het kernprobleem van onoplettendheid maar in beperkte mate aan. De cognitieve voordelen van TRT sluiten dus niet naadloos aan bij de kerntekorten van ADHD.
De juiste klinische aanpak is daarom helder: als een patiënt zowel ADHD als klinisch gediagnosticeerd hypogonadisme heeft, moeten beide aandoeningen worden behandeld volgens hun eigen, evidence-based richtlijnen.17 Het behandelen van het hypogonadisme met TRT kan de overlappende symptomen zoals vermoeidheid en prikkelbaarheid verminderen. De kernsymptomen van ADHD zullen echter waarschijnlijk persisteren en een specifieke ADHD-behandeling (zoals medicatie, psycho-educatie en/of therapie) vereisen.
Conclusie: wat betekent dit voor de ggz-professional?
De relatie tussen testosteron en ADHD is een schoolvoorbeeld van hoe een simpele klinische observatie kan leiden tot een complex en genuanceerd wetenschappelijk antwoord. De aanname dat testosteron een directe oorzaak is van ADHD-symptomen, wordt door het meest robuuste recente onderzoek weerlegd.
De belangrijkste conclusies voor de praktijk zijn:
- Het verband tussen testosteron en ADHD is primair prenataal, niet gerelateerd aan circulerende hormoonspiegels op latere leeftijd. Dit prenatale verband is statistisch significant maar klein, wat het een bescheiden risicofactor maakt te midden van vele andere genetische en omgevingsfactoren.
- Er is geen bewijs voor een oorzakelijk verband tussen de testosteronspiegel in het bloed en het risico op ADHD. Het schijnbare verband dat in sommige studies werd gevonden, wordt waarschijnlijk verklaard door stoorfactoren, met name de BMI. Dit suggereert dat gedeelde metabole en genetische paden relevanter zijn dan het hormoon zelf.
- Het hormonale verhaal van ADHD is sterk sekse-specifiek. Terwijl bij vrouwen de fluctuaties in oestrogeen en progesteron een duidelijke en klinisch relevante invloed hebben op de symptomen, lijkt de focus op testosteron bij mannen grotendeels een dood spoor.
Dit leidt tot de volgende concrete aanbevelingen voor de ggz-professional:
- Stop met zoeken naar testosteron als oorzaak van ADHD. Het routinematig screenen van testosteronspiegels bij patiënten met ADHD is niet geïndiceerd en leidt waarschijnlijk tot verkeerde conclusies.
- Wees alert op symptoomoverlap. Wanneer een patiënt, met name een volwassen man, zich presenteert met klachten als vermoeidheid, prikkelbaarheid en concentratieproblemen, overweeg dan zowel ADHD als hypogonadisme in de differentiaaldiagnose.
- Monitor langetermijneffecten van medicatie. Wees u bewust van het kleine maar reële risico op hypogonadisme bij langdurig gebruik van stimulantia. Vraag actief naar relevante symptomen tijdens follow-up-gesprekken als onderdeel van goede zorg.
- Geef accurate voorlichting aan patiënten. Help patiënten de wetenschappelijke feiten van de mythes te onderscheiden. Leg uit dat testosterontherapie geen evidence-based behandeling is voor ADHD en zijn eigen risico’s met zich meebrengt. Als een patiënt beide aandoeningen heeft, leg dan uit dat elke aandoening een eigen behandelplan vereist.
De toekomst van het onderzoek ligt niet in het verder najagen van een simpel, direct verband, maar in het ontrafelen van de complexe interacties tussen genen (vooral die gerelateerd aan metabole gezondheid), de prenatale omgeving en sekse-specifieke hormonale routes.
Literatuurlijst
- Vogel S, Vrijsen JN, Loo-Neus G, van de Schans S, van der Veen-Mulders L, Groot P, et al. ADHD symptoms in adult psychiatric outpatients: A cross-sectional study of prevalence, psychiatric comorbidity and functioning. Psychiatry Res. 2018;267:256-65.
- Polanczyk GV, Salum GA, Sugaya LS, Caye A, Rohde LA. Annual research review: A meta-analysis of the worldwide prevalence of mental disorders in children and adolescents. J Child Psychol Psychiatry. 2015;56(3):345-65.
- Faraone SV, Asherson P, Banaschewski T, Biederman J, Buitelaar JK, Ramos-Quiroga JA, et al. Attention-deficit/hyperactivity disorder. Nat Rev Dis Primers. 2015;1:15020.
- Castellanos FX, Lee PP, Sharp W, Jeffries NO, Greenstein DK, Clasen LS, et al. Developmental trajectories of brain volume abnormalities in children and adolescents with attention-deficit/hyperactivity disorder. JAMA. 2002;288(14):1740-8.
- Dinkelbach L, Peters T, Grasemann C, Hebebrand J, Hinney A, Hirtz R. No evidence for a causal contribution of bioavailable testosterone to ADHD in sex-combined and sex-specific two-sample Mendelian randomization studies. Eur Child Adolesc Psychiatry. 2024;33(10):3613-23.
- Sen-Akinci B, Akinci A, Ozer O. The 2D:4D ratios in the mothers of children with attention deficit hyperactivity disorder. Early Hum Dev. 2025;201:106203.
- Bitsko RH, Holbrook JR, O’Masta B, Maher B, Visser SN, Perou R, et al. A Systematic Review and Meta-analysis of Prenatal, Birth, and Postnatal Factors Associated with Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder in Children. Prev Sci. 2024;25(Suppl 2):203-24.
- Kacharava T, Nemsadze K, Inasaridze K. Elevated level of testosterone in amniotic fluid during prenatal stress and its association with development of Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder (ADHD) like symptoms in toddlers. Pediatr Endocrinol Diabetes Metab. 2023;29(4):248-52.
- Kacharava T, Nemsadze K, Inasaridze K, Di-Marco-Garmendia N, Zhvania M. Association of the elevated level of prenatal testosterone, maternal stress and vitamin D3 deficiency during pregnancy with the development of ADHD like symptoms in toddlers. Endocrine Abstracts. 2023;93:P21.
- Al-Tuhafy A, Al-Jaff D, Al-Saffar M. Assessment of Testosterone Levels in Hyperactive School Children. World Journal of Pharmaceutical Research. 2014;3(6):154-65.
- Osianlis E, Thomas EHX, Jenkins LM, Gurvich C. ADHD and Sex Hormones in Females: A Systematic Review. J Atten Disord. 2025;29(9):706-23.
- Hergüner S, Harmanci H, Toy H. Attention deficit-hyperactivity disorder symptoms in women with polycystic ovary syndrome. Int J Psychiatry Med. 2015;50(3):285-95.
- Wang LJ, Huang YS, Chiang HL, Hsiao CC, Shang CY, Chen CK, et al. Does Methylphenidate Reduce Testosterone Levels in Humans? A Prospective Study in Children with Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder. Int J Neuropsychopharmacol. 2017;20(3):219-24.
- Deibert CM, Scovell JM, Kovac JR. Attention-deficit hyperactivity disorder medication use is associated with testosterone hypofunction–results from a national claims database analysis. IJIR: Your Sexual Medicine Journal. 2024;36:403–7.
- Giltay EJ, Hesp AP, van der Mast RC. Improvement of attention deficit/hyperactivity disorder (ADHD) in three adult men during testosterone treatment: a case series. BMC Psychiatry. 2022;22(1):721.
- Zhang X, Liu Y, Zhang Y, Wang Z, Li H, Chen Z. Effects of androgen replacement therapy on cognitive function in patients with hypogonadism: A systematic review and meta-analysis. Biomed Rep. 2025;22(6):105.
- Pope HG Jr, Katz DL. Psychiatric and medical effects of anabolic-androgenic steroid use. A controlled study of 160 men. Arch Gen Psychiatry. 1994;51(5):375-82.
- Martel MM, Nigg JT, Gizer IR. The role of sex-hormones in the development of sex-differences in ADHD. Biol Psychol. 2009;82(2):165-71.
- Roberts B, Eisenlohr-Moul T, Martel MM. Reproductive steroids and ADHD symptoms across the menstrual cycle. Psychoneuroendocrinology. 2018;88:105-14.
- Thomas R, Sanders S, Doust J, Beller E, Glasziou P. Prevalence of attention-deficit/hyperactivity disorder: a systematic review and meta-analysis. Pediatrics. 2015;135(4):e994-1001.
Geciteerd werk
- ADHD and Sex Hormones in Females: A Systematic Review – PMC, geopend op juni 25, 2025, https://pmc.ncbi.nlm.nih.gov/articles/PMC12145478/
- Sexual Differentiation of the Brain and ADHD: What Is a Sex Difference in Prevalence Telling Us? – PubMed Central, geopend op juni 25, 2025, https://pmc.ncbi.nlm.nih.gov/articles/PMC4841632/
- Testosterone and ADHD in Men: Hormones, Hypogonadism, TRT – ADDitude, geopend op juni 25, 2025, https://www.additudemag.com/testosterone-and-adhd-in-men-hormones/
- ADHD bij kinderen en adolescenten – Kenniscentrum Kinder- en …, geopend op juni 25, 2025, http://kenniscentrum-kjp.nl/professionals/adhd/
- www.hersenstichting.nl, geopend op juni 25, 2025, https://www.hersenstichting.nl/hersenaandoeningen/adhd/#:~:text=ADHD%20(Attention%20Deficit%20Hyperactivity%20Disorder)%20is%20een%20stoornis%20waarbij%20je,druk%20en%20snel%20afgeleid%20bent.
- Wat is ADHD? ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder …, geopend op juni 25, 2025, https://www.hersenstichting.nl/hersenaandoeningen/adhd/
- Wat is ADHD – Leer meer over ADHD – Parnassia Groep, geopend op juni 25, 2025, https://www.parnassiagroep.nl/adhd
- ADHD – Cijfers van het Trimbos-instituut, geopend op juni 25, 2025, https://cijfers.trimbos.nl/nemesis/verdiepende-informatie-psychische-aandoeningen/adhd/
- An overview on neurobiology and therapeutics of attention-deficit/hyperactivity disorder – PMC – PubMed Central, geopend op juni 25, 2025, https://pmc.ncbi.nlm.nih.gov/articles/PMC10501041/
- Testosteron verhogen? Dit zijn onze tips – Holland & Barrett, geopend op juni 25, 2025, https://www.hollandandbarrett.nl/advies/man/testosteron/
- Testosterone and ADHD in Women – Hormone Health Clinic – Minter et Al, geopend op juni 25, 2025, https://www.minteretal.com/hormone-health-resources-patients/testosterone-and-adhd-in-women/
- Those Lovely ‘Mones: The Intersection of ADHD and Hormones …, geopend op juni 25, 2025, https://chadd.org/adhd-news/adhd-news-adults/attention-those-lovely-mones-the-intersection-of-adhd-and-hormones/
- Hypopituitarisme – UMC Utrecht, geopend op juni 25, 2025, https://www.umcutrecht.nl/nl/ziekte/hypopituitarisme/folder
- Wat zijn gevolgen van een te laag testosteron voor mannen?, geopend op juni 25, 2025, https://ruudmeulenberg.nl/lichamelijke-stress-burnout-klachten/laag-testosteron-mannen/
- 10 tips om je testosteron op een natuurlijke manier te stimuleren – Bloedwaardentest, geopend op juni 25, 2025, https://info.bloedwaardentest.nl/10-tips-om-je-testosteron-op-een-natuurlijke-manier-te-stimuleren/
- Effects of androgen replacement therapy on cognitive function in patients with hypogonadism: A systematic review and meta‑analysis – Spandidos Publications, geopend op juni 25, 2025, https://www.spandidos-publications.com/10.3892/br.2025.1983
- Testosterone Replacement Therapy for Anxiety | American Journal of Psychiatry, geopend op juni 25, 2025, https://psychiatryonline.org/doi/10.1176/appi.ajp.157.11.1884
- Elevated level of testosterone in amniotic fluid during prenatal stress and its association with development of Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder (ADHD) like symptoms in toddlers – Termedia, geopend op juni 25, 2025, https://www.termedia.pl/Elevated-level-of-testosterone-in-amniotic-fluid-during-prenatal-stress-r-nand-its-association-with-development-of-Attention-Deficit-Hyperactivity-r-nDisorder-ADHD-like-symptoms-in-toddlers,138,51640,1,1.html
- No evidence for a causal contribution of bioavailable testosterone to ADHD in sex-combined and sex-specific two-sample Mendelian randomization studies, geopend op juni 25, 2025, https://pmc.ncbi.nlm.nih.gov/articles/PMC11564287/
- A Systematic Review and Meta-analysis of Prenatal, Birth, and …, geopend op juni 25, 2025, https://pmc.ncbi.nlm.nih.gov/articles/PMC9482663/
- A Systematic Review and Meta-analysis of Prenatal, Birth, and Postnatal Factors Associated with Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder in Children – CDC stacks, geopend op juni 25, 2025, https://stacks.cdc.gov/view/cdc/121448
- The 2D:4D ratios in the mothers of children with attention deficit hyperactivity disorder, geopend op juni 25, 2025, https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/39855032
- Association of the elevated level of prenatal testosterone, maternal stress and vitamin D3 deficiency during pregnancy with the development of ADHD like symptoms in toddlers – Endocrine Abstracts, geopend op juni 25, 2025, https://www.endocrine-abstracts.org/ea/0093/ea0093p21
- No evidence for a causal contribution of bioavailable testosterone to ADHD in sex-combined and sex-specific two-sample Mendelian randomization studies – PubMed, geopend op juni 25, 2025, https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/38536491/
- www.researchgate.net, geopend op juni 25, 2025, https://www.researchgate.net/publication/373827454_No_evidence_for_a_causal_contribution_of_bioavailable_testosterone_to_ADHD_in_sex-combined_and_sex-specific_two-sample_Mendelian_randomization_studies#:~:text=In%20our%20sex%2Dspecific%20analyses,in%20females%20(IVW%3A%20beta%3D%2D
- No evidence for a causal contribution of bioavailable testosterone to ADHD in sex-combined and sex-specific two-sample Mendelian randomization studies – ResearchGate, geopend op juni 25, 2025, https://www.researchgate.net/publication/373827454_No_evidence_for_a_causal_contribution_of_bioavailable_testosterone_to_ADHD_in_sex-combined_and_sex-specific_two-sample_Mendelian_randomization_studies
- No evidence for a causal contribution of bioavailable testosterone to ADHD in sex-combined and sex-specific two-sample Mendelian randomization studies | medRxiv, geopend op juni 25, 2025, https://www.medrxiv.org/content/10.1101/2023.09.09.23295037v1
- No evidence for a causal contribution of bioavailable testosterone to ADHD in sex-combined and sex-specific two-sample Mendelian randomization studies – ResearchGate, geopend op juni 25, 2025, https://www.researchgate.net/publication/379335267_No_evidence_for_a_causal_contribution_of_bioavailable_testosterone_to_ADHD_in_sex-combined_and_sex-specific_two-sample_Mendelian_randomization_studies
- World Journal of Pharmaceutical ReseaRch – AWS, geopend op juni 25, 2025, https://wjpr.s3.ap-south-1.amazonaws.com/article_issue/1409056276.pdf
- ADHD and Sex Hormones in Females: A Systematic Review – ResearchGate, geopend op juni 25, 2025, https://www.researchgate.net/publication/390945207_ADHD_and_Sex_Hormones_in_Females_A_Systematic_Review
- Sex Hormones in Women Impact ADHD Symptoms, Medication Efficacy: Study – ADDitude, geopend op juni 25, 2025, https://www.additudemag.com/sex-hormones-adhd-inattention-emotional-dysregulation-impulsivity/
- ADHD and Sex Hormones in Females: A Systematic Review – PubMed, geopend op juni 25, 2025, https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/40251875/
- Menopause, Hormones, and ADHD Symptoms in Women: An Overview – ADDitude, geopend op juni 25, 2025, https://www.additudemag.com/menopause-hormones-adhd-women-research/
- Maternal polycystic ovary syndrome and risk of neuropsychiatric disorders in offspring: prenatal androgen exposure or genetic confounding? | Psychological Medicine, geopend op juni 25, 2025, https://www.cambridge.org/core/journals/psychological-medicine/article/maternal-polycystic-ovary-syndrome-and-risk-of-neuropsychiatric-disorders-in-offspring-prenatal-androgen-exposure-or-genetic-confounding/67AE5515F9EAB54938DA63782991D169
- Attention deficit-hyperactivity disorder symptoms in women with polycystic ovary syndrome, geopend op juni 25, 2025, https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/26449924/
- (PDF) Attention Deficit Hyperactivity Disorder Symptoms in Women with Polycystic Ovary Syndrome – ResearchGate, geopend op juni 25, 2025, https://www.researchgate.net/publication/281284050_Attention_Deficit_Hyperactivity_Disorder_Symptoms_in_Women_with_Polycystic_Ovary_Syndrome
- Does Methylphenidate Reduce Testosterone Levels in Humans? A …, geopend op juni 25, 2025, https://academic.oup.com/ijnp/article/20/3/219/2422077
- U.S. Population Study Finds Link Between Stimulant Medications …, geopend op juni 25, 2025, https://www.adhdevidence.org/blog/u-s-population-study-finds-link-between-stimulant-medications-and-male-hypogonadism-but-condition-is-uncommon
- Improvement of attention deficit/hyperactivity disorder (ADHD) in three adult men during testosterone treatment: a case series – PubMed Central, geopend op juni 25, 2025, https://pmc.ncbi.nlm.nih.gov/articles/PMC9673294/
- Effects of androgen replacement therapy on cognitive function in patients with hypogonadism: A systematic review and meta‑analysis – PubMed, geopend op juni 25, 2025, https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/40356766/
- Testosterone Therapy in Men With Hypogonadism: An Endocrine Society* Clinical Practice Guideline – Oxford Academic, geopend op juni 25, 2025, https://academic.oup.com/jcem/article/103/5/1715/4939465