maandag, september 16, 2024

Schematherapie

Gerelateerde artikelen

Schematherapie is een vorm van psychotherapie die zich richt op het identificeren en veranderen van diepgewortelde negatieve overtuigingen en patronen, ook wel schema’s genoemd, die zijn ontstaan in de kindertijd of adolescentie. Deze schema’s beïnvloeden de gedachten, gevoelens en gedragingen van een persoon op een negatieve manier en kunnen leiden tot langdurige emotionele problemen en interpersoonlijke moeilijkheden. In dit artikel wordt uitgebreid ingegaan op schematherapie, inclusief een uitgewerkte schemagerichte casusconceptualisatie.

Definitie van Schematherapie

Schematherapie is ontwikkeld door Jeffrey Young en wordt beschouwd als een integratieve vorm van psychotherapie, waarbij elementen uit de cognitieve gedragstherapie, hechtingstheorie, psychodynamische benaderingen en gestalttherapie worden gecombineerd.

Geschiedenis van Schematherapie

Schematherapie werd voor het eerst geïntroduceerd in de jaren 90 en is sindsdien uitgegroeid tot een effectieve benadering voor de behandeling van persoonlijkheidsstoornissen, chronische depressie, angststoornissen en andere psychische problemen.

Doel van Schematherapie

Het hoofddoel van schematherapie is om cliënten te helpen zich bewust te worden van hun schema’s, de oorsprong ervan te begrijpen en deze schema’s te veranderen door middel van verschillende therapeutische technieken.

Hoe Werkt Schematherapie?

Identificatie van Schema’s

In schematherapie wordt veel nadruk gelegd op het identificeren van de verschillende schema’s die het leven van een persoon beïnvloeden. Deze schema’s worden vaak gevormd door negatieve ervaringen in de kindertijd en kunnen leiden tot disfunctionele patronen in het volwassen leven.

Verkennen van Oorsprong van Schema’s

Therapeuten helpen cliënten om de oorsprong van hun schema’s te verkennen door terug te gaan naar vroegere ervaringen en relaties. Dit helpt bij het begrijpen waarom bepaalde overtuigingen en gedragspatronen zijn ontstaan.

Veranderen van Schema’s

Door middel van verschillende therapeutische technieken, zoals cognitieve herstructurering, experientiële technieken en gedragsexperimenten, worden cliënten geholpen om hun schema’s te veranderen en gezondere manieren van denken, voelen en handelen te ontwikkelen.

OOK INTERESSANT:   Methodiek om (school)uitval van jongeren met autisme te voorkomen

Voor Wie is Schematherapie Geschikt?

Indicaties voor Schematherapie

Schematherapie is met name geschikt voor mensen met persoonlijkheidsstoornissen, chronische depressie, angststoornissen, eetstoornissen en verslavingsproblematiek. Het is ook effectief gebleken bij cliënten die onvoldoende baat hebben gehad bij andere vormen van psychotherapie.

Schematherapie is effectief gebleken voor een reeks stoornissen, waaronder borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS), dissociatieve identiteitsstoornis (DIS), obsessief-compulsieve stoornis (OCS), en persoonlijkheidsstoornissen of -kenmerken bij adolescenten. Zo stelde een studie vast dat hogere niveaus van vroeg disfunctionele schema’s (VDS) en schemamodi, zoals geconceptualiseerd in schematherapie door Jeffrey Young, aanwezig zijn bij OCS in vergelijking met gezonde controles (Thiel et al., 2014). Bovendien werd gesuggereerd dat patiënten met BPS na crisisinterventie moeten doorgaan met vormen van psychotherapie zoals schematherapie (ST) (Shaikh et al., 2017). Verder ontdekte een naturalistische casestudie dat groepsschematherapie (GST) kan worden toegepast bij adolescenten met persoonlijkheidsstoornissen of persoonlijkheidsstoorniskenmerken, wat wijst op de potentiële effectiviteit ervan bij deze populatie (Roelofs et al., 2016).

Groepen die Baat kunnen hebben bij Schematherapie

  • Mensen die kampen met interpersoonlijke problemen en moeite hebben met het aangaan en onderhouden van gezonde relaties.
  • Cliënten die last hebben van terugkerende patronen in hun leven die hen belemmeren om hun doelen te bereiken.
  • Personen die kampen met diepgewortelde emotionele problemen die hun dagelijks functioneren beïnvloeden.

Verschil tussen Schematherapie en Andere Therapieën

Cognitieve Gedragstherapie

In tegenstelling tot cognitieve gedragstherapie, die zich voornamelijk richt op het veranderen van specifieke gedachten en gedragingen, richt schematherapie zich op het veranderen van diepgewortelde schema’s die ten grondslag liggen aan deze gedachten en gedragingen.

Psychoanalyse

Hoewel zowel psychoanalyse als schematherapie aandacht besteden aan de invloed van vroege ervaringen, richt psychoanalyse zich meer op het verkennen van het onbewuste, terwijl schematherapie zich richt op het actief veranderen van disfunctionele schema’s.

Voordelen van Schematherapie

Diepgaande Verandering

Schematherapie biedt de mogelijkheid tot diepgaande verandering doordat het zich richt op de diepgewortelde schema’s die ten grondslag liggen aan langdurige psychische problemen.

Integratie van Emotie en Cognitie

Een van de sterke punten van schematherapie is de integratie van emotie en cognitie, waardoor cliënten niet alleen hun denkpatronen veranderen, maar ook hun emotionele reacties op situaties kunnen aanpassen.

OOK INTERESSANT:   Systemisch werken in de ggz

Langdurige Effecten

Onderzoek heeft aangetoond dat de effecten van schematherapie op de lange termijn aanhouden, wat betekent dat cliënten blijvende veranderingen ervaren in hun manier van denken, voelen en handelen.

Schematherapie in de Praktijk

Therapeutische Technieken

Schematherapie maakt gebruik van verschillende therapeutische technieken, waaronder visualisaties, rollenspellen, imaginatietechnieken en het opstellen van levenslijnen, om cliënten te helpen hun schema’s te identificeren en te veranderen.

Duur van de Therapie

De duur van schematherapie kan variëren, afhankelijk van de ernst van de problematiek en de individuele behoeften van de cliënt. Over het algemeen is schematherapie een langdurigere vorm van psychotherapie in vergelijking met bijvoorbeeld cognitieve gedragstherapie.

Resultaten en Succesverhalen

Veel cliënten die schematherapie hebben ondergaan, rapporteren significante verbeteringen in hun emotionele welzijn, interpersoonlijke relaties en algehele kwaliteit van leven. Succesverhalen benadrukken vaak de diepgaande en blijvende veranderingen die zijn bereikt door middel van schematherapie.

Casusconceptualisatie

Patiënt achtergrondinformatie
De patiënt, genaamd Anna, is een 32-jarige vrouw die zich aanmeldt voor therapie vanwege langdurige gevoelens van leegte, een gebrek aan eigenwaarde en moeite met het aangaan en behouden van intieme relaties. Ze heeft een geschiedenis van emotionele verwaarlozing tijdens haar jeugd en heeft in haar volwassen leven herhaaldelijk problematische relaties ervaren.

DSM-V classificatie
Anna vertoont symptomen die consistent zijn met een gegeneraliseerde angststoornis (F41.1) en een vermijdende persoonlijkheidsstoornis (F60.6), volgens de DSM-V classificatie. Haar angst uit zich in overmatige zorgen, rusteloosheid en moeite met concentreren. Daarnaast vertoont ze vermijdend gedrag, heeft ze een diepgewortelde angst voor afwijzing en voelt ze zich voortdurend ontoereikend in sociale situaties.

Problematiek beschrijving
Anna ervaart constante angst en zorgen over tal van aspecten van haar leven, inclusief haar werk, relaties en gezondheid. Ze vermijdt intieme relaties uit angst om gekwetst te worden, maar voelt zich tegelijkertijd eenzaam en verlangt naar verbondenheid. Haar zelfbeeld is sterk gekleurd door gevoelens van ontoereikendheid en zij heeft de neiging zichzelf te verwaarlozen.

Belangrijkste schema’s, modi en hun ontstaansgeschiedenis
Belangrijke schema’s zijn onder andere verlating/instabiliteit, wantrouwen/misbruik, emotionele verwaarlozing en minderwaardigheid/schaamte. Deze schema’s zijn ontstaan door de emotionele verwaarlozing en het gebrek aan steun en bevestiging tijdens haar jeugd, wat heeft geleid tot diepgewortelde overtuigingen over zichzelf en anderen.

OOK INTERESSANT:   Vertraagd Slaapfasesyndroom bij ADHD

Functie- en betekenisanalyse van probleemgedrag
Anna’s vermijding van intieme relaties beschermt haar tegen de pijn van afwijzing, maar belemmert ook haar verlangen naar verbondenheid en intimiteit. Haar zelfverwaarlozing dient als een manier om haar diepgewortelde overtuigingen te bevestigen.

Doelen en behandelplan
Doelen omvatten het vergroten van zelfcompassie, het ontwikkelen van gezonde intimiteitsvaardigheden en het verminderen van angst en vermijdingsgedrag. Het behandelplan omvat cognitieve gedragstherapie gericht op schema’s, emotieregulatie en het opbouwen van een gezonde therapeutische relatie.

Aandachtspunten voor therapeutische relatie en schema-interactie tussen patiënt en therapeut
Belangrijke aandachtspunten zijn het vermijden van bevestiging van Anna’s negatieve schema’s, het bieden van een veilige omgeving voor het verkennen van kwetsbaarheid en het actief modelleren van gezonde verbondenheid en communicatie binnen de therapeutische relatie. Tevens is het essentieel om bewust te zijn van overdracht en tegenoverdracht, en om het therapeutisch proces te richten op het doorbreken van schadelijke schema-interacties.

Conclusie

Schematherapie is een effectieve en diepgaande vorm van psychotherapie die gericht is op het veranderen van diepgewortelde negatieve overtuigingen en patronen. Door zich te richten op de oorsprong van deze schema’s en deze actief te veranderen, biedt schematherapie cliënten de mogelijkheid tot langdurige emotionele en interpersoonlijke groei. Met zijn integratieve benadering en focus op diepgaande verandering, blijft schematherapie een waardevolle aanvulling op het therapeutisch landschap.

Geraadpleegde referenties

Roelofs, J., Muris, P., Wesemael, D., Broers, N., Shaw, I., & Farrell, J. (2016). Group-schematherapy for adolescents: results from a naturalistic multiple case study. Journal of Child and Family Studies, 25(7), 2246-2257. https://doi.org/10.1007/s10826-016-0391-z

Shaikh, U., Qamar, I., Jafry, F., Hassan, M., Shagufta, S., Odhejo, Y., … & Ahmed, S. (2017). Patients with borderline personality disorder in emergency departments. Frontiers in Psychiatry, 8. https://doi.org/10.3389/fpsyt.2017.00136

Thiel, N., Tuschen-Caffier, B., Herbst, N., Külz, A., Nissen, C., Hertenstein, E., … & Voderholzer, U. (2014). The prediction of treatment outcomes by early maladaptive schemas and schema modes in obsessive-compulsive disorder. BMC Psychiatry, 14(1). https://doi.org/10.1186/s12888-014-0362-0

Meer over dit onderwerp

Reacties

Ook in PSYMAG

In dit artikel wordt uitgebreid ingegaan op schematherapie, de werking ervan, de doelgroepen die er baat bij kunnen hebben, de verschillen met andere therapieën, de voordelen en de praktische toepassing van deze benadering. Ook wordt er aandacht besteed aan een uitgewerkte schemagerichte casusconceptualisatie.

Alleen voor abonnees

De volledige inhoud van dit artikel is alleen toegankelijk voor ingelogde abonnees. Een abonnement kost slechts €40,- per jaar. Hiervoor krijg je toegang tot alle beschikbare content, inclusief het maandelijkse pdf-vaktijdschrift (verschijnt 12x per jaar).

€40,-per jaar

PSYMAG verschijnt ook als PDF-vaktijdschrift. Voor slechts €40,- per jaar ontvang je naast toegang tot alle content op www.psymag.nl ook 12x per jaar het digitale tijdschrift in je mailbox.

Populaire artikelen