maandag, september 16, 2024

Psychosociale interventies voor slachtoffers van verkrachting en aanranding tijdens de volwassenheid

Gerelateerde artikelen

Psychosociale interventies voor slachtoffers van verkrachting en aanranding die tijdens de volwassenheid zijn ervaren, zijn effectief gebleken bij het verminderen van symptomen van posttraumatische stressstoornis (PTSS) en depressieve symptomen. Deze interventies verhogen het risico op uitval van de behandeling of bijwerkingen niet. Er is echter behoefte aan verder onderzoek naar de specifieke soorten interventies en hun effecten op verschillende subpopulaties van slachtoffers, zo blijkt uit een nieuwe Cochrane review.

Effectief
Psychosociale interventies voor slachtoffers van verkrachting en aanranding tijdens de volwassenheid blijken een significante impact te hebben op het verminderen van symptomen van posttraumatische stressstoornis (PTSS). Uit een uitgebreide analyse van 36 onderzoeken bleek dat overlevenden die deelnamen aan psychosociale interventies een grote vermindering van PTSS-symptomen ervoeren vergeleken met controlegroepen. De vermindering van de symptomen overschreed de drempel voor klinische significantie. Deze interventies, waaronder cognitieve gedragstherapie (CGT) en gedragsinterventies, waren effectief in het verminderen van PTSS-symptomen. 

Uitval
Volgens het beschikbare bewijsmateriaal vergroten psychosociale interventies voor slachtoffers van verkrachting en aanranding tijdens de volwassenheid het risico op uitval van de behandeling niet in vergelijking met controlegroepen. Een meta-analyse van vijf onderzoeken onder 242 deelnemers vond een risicoratio van 0.85, wat erop wijst dat er geen significant verschil is in het aantal uitval tussen degenen die psychosociale interventies kregen en degenen in de controlegroepen. Het is echter belangrijk op te merken dat de zekerheid van dit bewijsmateriaal laag is. De uitvalpercentages en het studieverloop waren over het algemeen hoog in beide groepen, wat kan hebben geresulteerd in de potentiële onderrapportage van de schade die verband houdt met blootstelling aan interventies of onderzoeksdeelname. Verder onderzoek is nodig om de impact van psychosociale interventies op uitval van behandelingen beter te begrijpen en om potentiële factoren te onderzoeken die de uitval in deze populatie kunnen beïnvloeden.

OOK INTERESSANT:   Australië is het eerste land met een voorschrijfbeleid voor psychedelica bij patiënten met depressie of PTSS

Invloed op depressieve symptomen
Psychosociale interventies voor slachtoffers van verkrachting en aanranding tijdens de volwassenheid blijken een positieve invloed te hebben op depressieve symptomen. Uit een uitgebreide analyse van 36 onderzoeken bleek dat overlevenden die deelnamen aan psychosociale interventies een vermindering van depressieve symptomen ervoeren vergeleken met controlegroepen. De vermindering van de symptomen was aanzienlijk, wat wijst op een potentiële verbetering van de geestelijke gezondheid en het welzijn.

Risico op bijwerkingen
Volgens het beschikbare bewijsmateriaal verhogen psychosociale interventies voor slachtoffers van verkrachting en aanranding tijdens de volwassenheid het risico op bijwerkingen niet in vergelijking met controlegroepen. Uit een meta-analyse van zes onderzoeken onder 622 deelnemers bleek dat psychosociale interventies het risico op bijwerkingen mogelijk niet vergroten. De risicoratio was 1,92, wat aangeeft dat er geen significant verschil is in bijwerkingen tussen degenen die psychosociale interventies ontvingen en degenen in de controlegroepen. Het is wel belangrijk op te merken dat de zekerheid van dit bewijsmateriaal zeer laag is. Slechts zeven van de 36 in de review opgenomen onderzoeken rapporteerden over bijwerkingen, wat erop wijst dat de negatieve gevolgen van interventies of onderzoeksdeelname door de meeste onderzoekers mogelijk niet actief zijn gemonitord. Verder onderzoek is nodig om de potentiële risico’s en nadelige effecten van psychosociale interventies voor slachtoffers van verkrachting en aanranding beter te begrijpen.

Interventies
Uit het onderzoek bleek dat een reeks psychosociale interventies effectief is geweest voor slachtoffers van verkrachting en aanranding. Enkele van de specifieke soorten interventies die effectiviteit hebben getoond, zijn onder meer:

Traumagerichte Cognitieve Gedragstherapie (CGT): Deze interventie is bedoeld om overlevenden te helpen door hen zorgvuldig opnieuw bloot te stellen aan aspecten van het oorspronkelijke trauma om te verwerken wat er is gebeurd.

OOK INTERESSANT:   Behandeling van Persoonlijkheidsstoornissen met EMDR-Therapie

Cognitieve verwerkingstherapie (CPT): CPT is een andere traumagerichte interventie die overlevenden helpt bij het omgaan met en herkaderen van hun gedachten en overtuigingen met betrekking tot de traumatische ervaring.

Eye Movement Desensitization and Reprocessing (EMDR): EMDR is een therapie die elementen van CGT combineert met bilaterale stimulatie om overlevenden te helpen traumatische herinneringen te verwerken en schrijnende symptomen te verminderen.

Integratieve therapieën: Deze omvatten benaderingen zoals interpersoonlijke therapie, die zich richt op het verbeteren van relaties en sociale steun.

Gedragstherapieën: Voorbeelden hiervan zijn Eye Movement Desensitization and Reprocessing (EMDR) en ontspanningstechnieken, die tot doel hebben pijn te verminderen en ontspanning te bevorderen.

Derde golf CGT: Dit omvat benaderingen zoals Acceptance and Commitment Therapy (ACT) en op mindfulness gebaseerde interventies, die zich richten op acceptatie, mindfulness en op waarden gebaseerde acties. Humanistische therapieën: Deze therapieën benadrukken de therapeutische relatie en bieden steun en empathie aan overlevenden.

Andere psychologisch georiënteerde interventies: Deze categorie omvat kunstzinnige therapie, meditatie, op trauma gebaseerde lichaamsgerichte praktijken (zoals yoga en Tai Chi) en narratieve therapie.

De effectiviteit van deze interventies kan voor verschillende individuen variëren. Bij de keuze van de interventie moet rekening worden gehouden met de specifieke behoeften en voorkeuren van overlevenden. Verder onderzoek is nodig om de vergelijkende effectiviteit van verschillende interventietypes en hun langetermijnimpact op overlevenden van verkrachting en aanranding te onderzoeken.

Referentie
Cochrane Collaboration. (2023). Psychosocial interventions for survivors of rape and sexual assault experienced during adulthood (Review). Cochrane Database of Systematic Reviews. John Wiley & Sons, Ltd.

Meer over dit onderwerp

Reacties

Ook in PSYMAG

Psychosociale interventies voor slachtoffers van verkrachting en aanranding die tijdens de volwassenheid zijn ervaren, zijn effectief gebleken bij het verminderen van symptomen van posttraumatische stressstoornis (PTSS) en depressieve symptomen. Deze interventies verhogen het risico op uitval van de behandeling of bijwerkingen niet. Er is echter behoefte aan verder onderzoek naar de specifieke soorten interventies en hun effecten op verschillende subpopulaties van slachtoffers, zo blijkt uit een nieuwe Cochrane review.

Alleen voor abonnees

De volledige inhoud van dit artikel is alleen toegankelijk voor ingelogde abonnees. Een abonnement kost slechts €40,- per jaar. Hiervoor krijg je toegang tot alle beschikbare content, inclusief het maandelijkse pdf-vaktijdschrift (verschijnt 12x per jaar).

€40,-per jaar

PSYMAG verschijnt ook als PDF-vaktijdschrift. Voor slechts €40,- per jaar ontvang je naast toegang tot alle content op www.psymag.nl ook 12x per jaar het digitale tijdschrift in je mailbox.

Populaire artikelen