Therapieontrouw met psychofarmaca is een van de belangrijkste redenen voor vervroegde heropname bij mensen met ernstige psychiatrische aandoeningen. In een artikel in Current Psychiatry wordt ingegaan op de therapeutische alliantie en de invloed van overdracht (de emotionele reacties van de patiënt op de behandelaar), tegenoverdracht (de emotionele reacties van de behandelaar op de patiënt), en de weerstand / het niet naleven van de behandeling van de patiënt op het falen of succes van farmacotherapie. De auteurs geven casusvoorbeelden om te illustreren hoe deze psychodynamische factoren een rol kunnen spelen bij het voorschrijven. “Als de behandelaar zich bewust is van deze factoren, kan dit de therapeutische alliantie versterken en de resultaten verbeteren”.
Therapie(on)trouw
Cijfers zeggen vaak meer dan genoeg: 30-40% van de Nederlanders die medicatie gebruikt is therapie-ontrouw. Wel zijn er grote verschillen naar type geneesmiddel/aandoening [zotpressInText item=”{9309347:58RRJSP6}” format=”%num%” brackets=”yes”]. Bij psychiatrische patiënten varieert therapie-ontrouw van medicijnen en andere behandelingen van 25% tot 75% [zotpressInText item=”{9309347:TBQNQFN4}” format=”%num%” brackets=”yes”]. Patiënten met psychische problemen worden – naast de ggz zelf – zelfs binnen de gehandicaptenzorg, de thuiszorg, de intramurale ouderenzorg en het academisch ziekenhuis relatief vaak genoemd als groep waar de grootste knelpunten liggen als het gaat om medicatietrouw. Bij hen zou er relatief vaak sprake zijn van een gebrek aan ziekte-inzicht, waardoor de patiënt het niet nodig vindt om medicatie te gebruiken. Binnen deze groep is er relatief vaak weerstand tegen medicatie vanwege bijwerkingen of omdat men al van jongs af aan medicijnen gebruikt. Extra risico’s zijn er ook voor de groep met een suïcidaal verleden, terugkerende psychosen en voor patiënten die naast hun psychiatrische problematiek ook nog kampen met verslavingsproblematiek [zotpressInText item=”{9309347:23ZXUMJR}” format=”%num%” brackets=”yes”].
Belangrijke algemene factoren
Een belangrijke belemmerende factor voor succesvolle farmacotherapie is het gegeven dat een aanzienlijk deel van de patiënten de medicatie niet (altijd) in de voorgeschreven dosering en gedurende de afgesproken periode inneemt. Uit wetenschappelijk onderzoek zijn factoren bekend die van invloed zijn op de therapietrouw.
De relatie tussen patiënt en arts (of andere zorgverlener) is bijvoorbeeld van doorslaggevend belang. Ook is van belang dat de zorgverlener en de patiënt (de zorgvrager) gezamenlijk een afspraak maken over de keuze van de behandeling en/of daaraan verbonden leefstijl, en over of en hoe het geneesmiddel gebruikt gaat worden [zotpressInText item=”{9309347:AFSKVUIA}” format=”%num%” brackets=”yes”].
Psychodynamische factoren
In Current Psychiatry wordt ingegaan op de therapeutische alliantie en de invloed van overdracht (de emotionele reacties van de patiënt op de behandelaar), tegenoverdracht (de emotionele reacties van de behandelaar op de patiënt), en de weerstand / het niet naleven van de behandeling van de patiënt op het falen of succes van farmacotherapie. De auteurs geven casusvoorbeelden om te illustreren hoe deze psychodynamische factoren een rol kunnen spelen bij het voorschrijven.
De bottom line van het artikel: Zelfs voorschrijvers die geen psychodynamische psychotherapie geven, kunnen psychodynamische factoren gebruiken om de behandeling te verbeteren. Psychodynamische factoren zoals overdracht en tegenoverdracht kunnen de therapeutische alliantie, behandelbeslissingen en patiëntresultaten beïnvloeden. Ervaringen en problemen met gehechtheid van patiënten tijdens de kindertijd moeten worden erkend en aangepakt als onderdeel van de farmacotherapie.
[zotpressInTextBib style=”vancouver” sort=”ASC”]