Naast het gebruik bij verslaving, zijn er enkele studies geweest naar het gebruik van naltrexon voor de behandeling van andere aandoeningen, zoals fibromyalgie, multiple sclerose en autisme. Echter, het bewijs voor deze toepassingen is beperkt en meer onderzoek is nodig om de effectiviteit en veiligheid ervan te bevestigen. In dit artikel kijken we specifiek naar naltrexon voor autisme, maar worden ook kort en bondig andere behandelmogelijkheden voor autisme besproken.
Naltrexon
Naltrexon is een medicijn dat wordt gebruikt om de effecten van opioïden, zoals morfine en heroïne, tegen te gaan. Het werkt door zich te binden aan opioïde-receptoren in de hersenen en blokkeert zo de effecten van opioïden. Het wordt meestal gebruikt als onderdeel van de behandeling voor verslaving aan opioïden en alcoholisme, omdat het de drang naar deze stoffen kan verminderen en de kans op terugval kan verminderen.
Naast het gebruik bij verslaving, zijn er studies geweest naar het gebruik van naltrexon voor de behandeling van andere aandoeningen, zoals fibromyalgie, multiple sclerose en autisme. Echter, het bewijs voor deze toepassingen is beperkt en meer onderzoek is nodig om de effectiviteit en veiligheid ervan te bevestigen.
Naltrexon bij autisme
Een gerandomiseerde gecontroleerde studie uit 2017 onderzocht de effecten van naltrexon bij kinderen met autisme. De studie betrof 70 kinderen tussen 4 en 12 jaar oud, waarbij de ene helft een lage dosis naltrexon kreeg en de andere helft een placebo. De onderzoekers vonden geen significante verbeteringen in de kernsymptomen van autisme bij kinderen die naltrexon kregen in vergelijking met de placebogroep.
Autisme
Autisme is een complexe neurobiologische aandoening die wordt gekenmerkt door beperkingen in sociale interactie, communicatie en repetitief gedrag of interesses. De exacte oorzaken van autisme zijn nog niet volledig begrepen, maar wetenschappelijke onderzoeken suggereren een combinatie van genetische en omgevingsfactoren als mogelijke oorzaken.
Een andere studie uit 2018 onderzocht de effecten van lage doses naltrexon bij volwassenen met autisme. De studie betrof 30 volwassenen tussen 18 en 50 jaar oud. De onderzoekers vonden dat deelnemers die naltrexon kregen, mogelijk enige verbetering vertoonden in sociale communicatie, maar er waren geen significante verbeteringen in andere symptomen van autisme.
Hoewel deze studies enige aanwijzingen geven voor een mogelijke rol van naltrexon bij de behandeling van autisme, zijn de resultaten gemengd en is er meer onderzoek nodig om de effectiviteit en veiligheid van naltrexon voor deze aandoening te bepalen.
Medicatie bij autisme
Er is geen enkel medicijn dat autisme kan genezen, omdat autisme een neurologische aandoening is die niet kan worden genezen door medicijnen. Echter, sommige medicijnen kunnen bepaalde symptomen van autisme verminderen. Enkele van de medicijnen die kunnen worden voorgeschreven voor autisme zijn:
Antipsychotica kunnen helpen bij het verminderen van stemmingswisselingen, agressie, prikkelbaarheid en repetitief gedrag. Voorbeelden van antipsychotica zijn Risperdal, Abilify en Zyprexa.
Stimulerende middelen kunnen helpen om hyperactiviteit en aandachtsproblemen te behandelen. Voorbeelden van stimulerende middelen zijn Ritalin, Elvanse en Tentin.
Selectieve serotonine-heropnameremmers (SSRI’s) kunnen helpen bij angst, obsessief-compulsieve stoornis (OCD) en depressie.
Anti-epileptica kunnen helpen bij het verminderen van epileptische aanvallen en sommige symptomen van autisme. Voorbeelden van anti-epileptica zijn Depakote, Tegretol en Lamictal.
Recentere onderzoeksbevindingen
Recent onderzoek heeft zich gericht op het identificeren van biologische markers die kunnen helpen bij het diagnosticeren van autisme en bij het ontwikkelen van nieuwe behandelingen. Enkele recente bevindingen in de wetenschap zijn:
- Diagnose: Onderzoekers hebben ontdekt dat bepaalde hersenverbindingen en hersenactiviteitspatronen verschillen tussen mensen met autisme en mensen zonder autisme. Deze bevindingen kunnen helpen bij het verbeteren van de diagnostische nauwkeurigheid van autisme en bij het ontwikkelen van nieuwe behandelingen.
- Genetica: Recente studies hebben nieuwe genen geïdentificeerd die betrokken zijn bij de ontwikkeling van autisme. Deze ontdekkingen kunnen helpen bij het beter begrijpen van de biologische oorzaken van de aandoening en bij het ontwikkelen van nieuwe therapieën.
- Behandeling: Er is onderzoek gedaan naar verschillende behandelingen voor autisme, waaronder gedragstherapieën en medicijnen. Recent onderzoek heeft aangetoond dat sommige geneesmiddelen, zoals cannabinoïden en psychedelica, mogelijke voordelen kunnen hebben bij de behandeling van autisme, maar er is meer onderzoek nodig om hun effectiviteit en veiligheid te bevestigen.
- Interventies: Sommige interventies die gericht zijn op het verbeteren van de communicatie- en sociale vaardigheden van mensen met autisme, zoals video-feedback therapie en virtual reality-training, hebben veelbelovende resultaten opgeleverd.
Behandelingen voor autisme
Behandelingen voor autisme kunnen effectief zijn in het verminderen van symptomen en het verbeteren van de kwaliteit van leven voor mensen met autisme. Er zijn verschillende soorten behandelingen die kunnen worden gebruikt bij autisme, waaronder gedragstherapieën, spraak- en taaltherapieën, sociale vaardigheidstraining, sensorische integratietherapie en medicatie.
Gedragstherapieën zoals Toegepaste Gedragsanalyse (ABA), Verbal Behavior Therapy (VBT), en Pivotal Response Treatment (PRT) zijn bijzonder effectief gebleken in het verbeteren van de ontwikkeling van communicatie, sociale vaardigheden, en zelfstandigheid bij mensen met autisme.
Spraak- en taaltherapieën zijn ook belangrijk voor kinderen met autisme, omdat zij vaak moeite hebben met het begrijpen en gebruiken van taal. Deze therapieën kunnen helpen bij het verbeteren van de communicatie en het verminderen van gedragsproblemen.
Andere behandelingen kunnen ook effectief zijn, afhankelijk van de individuele behoeften van het kind of de volwassene met autisme. Autisme is een spectrumstoornis en de effectiviteit van de behandeling kan variëren van persoon tot persoon. Sommige individuen kunnen aanzienlijke verbeteringen laten zien met behandelingen, terwijl anderen mogelijk minder responsief zijn.
Conclusie
Er is momenteel onvoldoende sterk bewijs voor het gebruik van naltrexon bij de behandeling van autisme. Hoewel er enkele studies zijn uitgevoerd naar het gebruik van naltrexon bij autisme, zijn de resultaten gemengd en is er meer onderzoek nodig om de werkzaamheid ervan te bevestigen. Er is dus meer onderzoek nodig om de potentiële voordelen en risico’s van naltrexon bij autisme te bepalen voordat het kan worden aanbevolen als behandeloptie.