Het rapport “Eindrapportage Multidisciplinaire Verkenning Stoppen met Psychofarmaca” is verschenen. Het multidisciplinaire onderzoek heeft als doel gehad om het huidige klinische bewijs voor de vraag ‘Wie kan wanneer en hoe het beste afbouwen van psychofarmaca?’ te inventariseren, vergelijken en te integreren. Het onderzoek heeft zich gericht op het identificeren van hiaten in de kennis, evenals overeenkomsten en verschillen tussen verschillende medicatieklassen, waaronder antidepressiva, antipsychotica, benzodiazepinen, opioïden, stemmingsstabilisatoren en stimulantia.
De “Eindrapportage Multidisciplinaire Verkenning Stoppen met Psychofarmaca” biedt een uitgebreide verkenning van het proces en de resultaten van het multidisciplinaire onderzoek naar het stoppen met psychofarmaca. Het rapport behandelt verschillende aspecten, waaronder de projectgroep, relevante richtlijnen en multidisciplinaire documenten, een overzicht van het stoppen met psychofarmaca en consensus over goede stopzettingzorg.
Het multidisciplinaire onderzoek had tot doel de vragen rond het stoppen met psychofarmaca voor verschillende klassen medicijnen aan te pakken, waaronder antidepressiva, antipsychotica, benzodiazepines, opioïden, stemmingsstabilisatoren en stimulerende middelen. Het beoogde de huidige klinische evidentie te integreren en te vergelijken om overeenkomsten en verschillen tussen medicijnklassen te identificeren en om inzicht te bieden in de bestaande hiaten in klinische evidentie en onbehandelde onderwerpen, zoals overwegingen van patiënten voor stopzetting.
Het project omvatte een multidisciplinaire projectgroep, bestaande uit experts uit verschillende vakgebieden, waaronder psychiatrie, farmacie, eerstelijnszorg en patiëntenbelangenbehartiging. De groep kwam meerdere malen bijeen om de voortgang en resultaten van het onderzoek te bespreken.
Het rapport bevat ook een overzicht van relevante richtlijnen en multidisciplinaire documenten, waarin de aanbevelingen voor het stoppen met verschillende psychofarmaca worden benadrukt.
Verder wordt een overzicht gegeven van het stoppen met psychofarmaca, waarin de aanbevelingen voor toekomstig wetenschappelijk onderzoek worden uiteengezet, waaronder de noodzaak van gecontroleerde studies, experimenteel medicijnonderzoek en het verbreden van uitkomstmaten buiten het risico op terugval.
Daarnaast gaat het rapport in op een paraplu-overzicht van het besluitvormingsproces voor het stopzetten van psychofarmaca, waarin een samenvatting wordt gegeven van factoren die het besluitvormingsproces beïnvloeden vanuit het perspectief van patiënten, verzorgers en zorgverleners.
Tenslotte schetst het rapport de consensus over goede stopzettingzorg, die werd bereikt door middel van een reeks vragenlijsten ingevuld door een panel van experts. De consensus benadrukte de belangrijkste elementen van goede stopzettingzorg, waaronder aspecten die verband houden met het starten van discussies over stopzetting, besluitvorming, voorbereiding en informatieverstrekking, het stopzettingsproces, psychosociale ondersteuning en monitoring en contact.
Conclusies en advies
De belangrijkste conclusies van het rapport omvatten de identificatie van essentiële sleutelelementen voor goede afbouwzorg bij medicatie in de psychiatrie, waarbij consensus is bereikt over 86% van deze elementen. Terwijl terugkerende thema’s zijn: het aansluiten bij de patiënt, gezamenlijke besluitvorming waarbij ook de naaste een rol heeft en goede voorlichting (bijvoorbeeld over mogelijke onttrekking en terugval). Het rapport adviseert ook om de beschikbare kennis en expertise te bundelen in een kwaliteitsstandaard, zoals een Generieke Module Afbouwen en/of een Multidisciplinaire Richtlijn Afbouwen, vanwege de grote behoefte en draagvlak in het veld.
Daarnaast benadrukt het rapport de waarde van het samenbrengen van kennis en vragen in een soort richtlijn, waarbij het thema als heel belangrijk wordt beschouwd en er behoefte is aan meer houvast in de klinische praktijk. Het onderzoek heeft ook aangetoond dat er veel kennis en expertise bestaat, maar ook welke hiaten er zijn, wat de noodzaak van nieuwe initiatieven benadrukt, ondanks de inspanning die dit vereist.