Er is een groeiend aantal wetenschappelijke bewijzen die de sterke associatie tussen het hart en de hersenen ondersteunen. In het bijzonder hebben studies aangetoond dat het hart en de hersenen verbonden zijn door middel van een complex netwerk van zenuwen, hormonen en andere signaalmoleculen.
Samenwerking
Het hart en het brein zijn twee vitale organen die nauw met elkaar samenwerken in het menselijk lichaam. Deze samenwerking wordt vaak aangeduid als de “hart-brein as”:
Het hart is een orgaan dat verantwoordelijk is voor het pompen van bloed door het lichaam. Het levert zuurstof en voedingsstoffen aan de cellen in het lichaam en helpt bij het verwijderen van afvalstoffen. Het hart wordt aangestuurd door het autonome zenuwstelsel, dat op zijn beurt wordt gereguleerd door het brein.
Het brein is het centrale orgaan van het zenuwstelsel en is verantwoordelijk voor het coördineren van alle functies van het lichaam. Het brein ontvangt informatie van het lichaam via zenuwimpulsen en regelt de activiteit van het autonome zenuwstelsel, dat onder meer de hartslag regelt.
De communicatie tussen het hart en het brein verloopt via het autonome zenuwstelsel en de hormonen. Het autonome zenuwstelsel bestaat uit twee takken: het sympathische zenuwstelsel en het parasympathische zenuwstelsel. Het sympathische zenuwstelsel activeert het lichaam in reactie op stress en stimuleert de hartslag, terwijl het parasympathische zenuwstelsel het lichaam juist ontspant en de hartslag verlaagt.
Onderzoek in de relatief nieuwe discipline neurocardiologie heeft bevestigd dat het hart fungeert als een geavanceerd informatiecoderings- en verwerkingscentrum dat het in staat stelt om onafhankelijk van de hersenschors te leren, te onthouden en functionele beslissingen te nemen. Bovendien hebben talloze onderzoeken aangetoond dat cardiale signalen naar de hersenen autonome regulerende centra en hogere hersencentra die betrokken zijn bij cognitie en stemmingsregulatie beïnvloeden.
Hart-brein communicatie
- Het hart en de hersenen staan in constante tweerichtingscommunicatie met elkaar via het zenuwstelsel.
- Het hart stuurt signalen naar de hersenen die perceptie, emotionele verwerking en hogere cognitieve functies kunnen beïnvloeden.
- Positieve emoties zoals liefde, waardering en dankbaarheid kunnen de hart-hersencoherentie bevorderen, terwijl negatieve emoties zoals woede, frustratie en angst deze coherentie kunnen verstoren.
- Hartslagvariabiliteit (HRV) is een maat voor de variatie in tijd tussen opeenvolgende hartslagen en is een belangrijke indicator van hart-hersencommunicatie en algehele gezondheid.
- Hart-hersencoherentie is in verband gebracht met verbeteringen op gebieden zoals emotionele regulatie, cognitieve functie, immuunsysteemfunctie en cardiovasculaire gezondheid.
Reguleren bloedstroom
Een belangrijk aspect van de verbinding tussen hart en de hersenen is de rol die het hart speelt bij het reguleren van de bloedstroom naar de hersenen. Onderzoek heeft aangetoond dat veranderingen in de hartfunctie, zoals veranderingen in de hartslag of bloeddruk, een significante invloed kunnen hebben op de hersenfunctie en cognitieve prestaties. Bijvoorbeeld, mensen met hoge bloeddruk hebben een verhoogd risico op cognitieve achteruitgang en dementie.
Emotionele stress
Een ander onderzoeksgebied heeft zich gericht op de relatie tussen emotionele toestanden en hartfunctie. Studies hebben aangetoond dat emotionele stress een negatieve invloed kan hebben op de gezondheid van het hart en dat interventies zoals mindfulness-based stressreductie zowel de hart- als de hersenfunctie kunnen verbeteren.
Depressie
Als het gaat om een hartinfarct, de medische term voor een hartaanval, stapelt het bewijs zich op dat als een persoon een zware depressie ontwikkelt na een hartaanval, een vrij veel voorkomende gebeurtenis, hij consequent een drievoudig verhoogd risico op overlijden zal hebben.
In een studie uit 2007 volgde Kubzansky meer dan 6.000 mannen en vrouwen tussen 25 en 74 jaar gedurende 20 jaar. De resultaten toonden duidelijk aan dat emotionele vitaliteit een meetbaar beschermend effect had, zelfs wanneer gezonde gewoonten zoals niet roken en regelmatige lichaamsbeweging in aanmerking werden genomen. Kubzansky ontdekte dat optimisme het risico op coronaire hartziekten met 50% vermindert.
Angst
Andere onderzoeksresultaten hebben aangetoond dat personen met angststoornissen een verminderde hersen-hartsynchronisatie hebben in vergelijking met gezonde controles, wat wijst op een gebrek aan coördinatie tussen hersen- en hartactiviteit. Dit effect was meer uitgesproken bij personen met hogere niveaus van angst.
PTSS en hart- en vaatziekten
Er bestaat ook bewijs over eenzelfde soort betrokkenheid van de hersen-hart-as bij het verband tussen PTSS en hart- en vaatziekten (HVZ). De hersen-hart-as verwijst naar de bidirectionele communicatie tussen de hersenen en het hart, die wordt gemedieerd door het autonome zenuwstelsel en de cardiovasculaire functie kan beïnvloeden.
Ontsteking
Ook heeft recent onderzoek de rol van ontsteking benadrukt in de verbinding tussen het hart en de hersenen. Ontsteking is een belangrijke factor bij veel chronische ziekten, waaronder hart- en vaatziekten en de ziekte van Alzheimer. Studies hebben aangetoond dat ontsteking in het lichaam ook kan bijdragen aan cognitieve achteruitgang en dat het verminderen van ontsteking een belangrijke strategie kan zijn voor het beschermen van zowel de hart- als de hersengezondheid.
Volgens onderzoek van Rice University en Northwestern University hebben mensen die onlangs een partner hebben verloren meer kans op slaapstoornissen waardoor ze kwetsbaarder zijn voor het ontwikkelen van ontstekingen, wat op zijn beurt hun risico op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten en overlijden verhoogt.
Conclusie
De samenwerking tussen het hart en het brein is een complex en fascinerend aspect van het menselijk lichaam dat nog steeds veel onderzoek vereist om het volledig te begrijpen. Over het algemeen suggereert het nieuwste wetenschappelijke bewijs dat er een complexe en dynamische relatie is tussen het hart en de hersenen, met belangrijke implicaties voor zowel de fysieke als de cognitieve gezondheid.