Cardiovasculaire veiligheid van ADHD-medicatie is al tientallen jaren onderwerp van discussie. Behandelrichtlijnen adviseren de zorgvuldige afweging van risico’s en voordelen bij mensen met hart- en vaatziekten, zoals aangeboren hartaandoeningen of cardiomyopathie. Hoewel stimulerende middelen als methylfenidaat en dexamfetamine de systemische bloeddruk en hartslag kunnen verhogen, zijn er geen significante associaties gevonden tussen het gebruik van stimulerende middelen en ernstige cardiovasculaire voorvallen. Bezorgdheid over QT-effecten en daarmee gepaard gaande risico’s op plotselinge hartdood echter weerhouden clinici ervan om de broodnodige ADHD-medicatie te starten bij patiënten met hartaandoeningen. Deze – volgens onderzoekers – al te voorzichtige aanpak ontneemt patiënten met een laag risico mogelijk significante voordelen die verband houden met een tijdige behandeling met ADHD-medicatie.
In een nieuwe review worden de cardiovasculaire risico’s besproken die naar verluidt geassocieerd zijn met ADHD-medicatie en wordt de wetenschappelijke basis gelegd voor het veilig gebruik bij personen met vastgestelde hart- en vaatziekten.