In een nieuwe studie zijn zes verschillende subtypes van depressie en angst geidentificeert op basis van hersencircuitactiviteit. Deze subtypes correleren met de symptomen van patiënten, hun prestaties op computertaken en hun reacties op farmacologische en gedragsmatige therapieën.
Huidige Diagnostische Systeem
Het huidige diagnostische systeem in de psychiatrie groepeert complexe syndromen zoals ernstige depressie of gegeneraliseerde angst onder één label, ondanks de erkenning dat beide aandoeningen meerdere onderliggende oorzaken en symptomenpresentaties hebben die een gerichte en gepersonaliseerde behandelbenadering vereisen.
Onderzoeksmethode
Onderzoekers van de Stanford University en hun collega’s gebruikten functionele magnetische resonantiebeeldvorming (fMRI) om taakvrije en taakgeïnduceerde hersencircuitactiviteit te evalueren bij 801 patiënten met depressie en angst van verschillende ernstniveaus, samen met 137 controlegevallen zonder deze aandoeningen. Bijna alle deelnemers met depressie of angst waren ongemedicineerd.
De studie maakte gebruik van een nieuwe gestandaardiseerde beeldvormingstechnologie, het Stanford Et Cere Image Processing System, dat zes verschillende hersencircuits analyseert: drie die intrinsieke activiteiten controleren en drie die reageren op externe prikkels.
Identificatie van Biotypes
Door de fMRI-gegevens te vergelijken met patiëntsymptoomprofielen en gedragsmetingen, identificeerden de auteurs zes verschillende biotypes van depressie/angst, genoemd naar de specifieke circuits die zijn aangetast. Bijvoorbeeld, het biotype NSA+PA+ vertoonde verhoogde activatie in zowel het negatieve affectcircuit als het positieve affectcircuit tijdens een emotieverwerkingstaak, vooral voor droevige prikkels. Dit biotype werd gevonden bij mensen met ernstige anhedonie en ruminerende broedende gedachten.
Behandelreacties
Sommige biotypes reageerden beter op bepaalde behandelingen. Bijvoorbeeld, patiënten met het CA+ biotype—hyperactivatie van het cognitieve controlecircuit—reageerden beter op venlafaxine dan andere antidepressiva. Dit biotype vertoonde symptomen van anhedonie, maar ook angstige opwinding en veranderingen in bedreigingsrespons.
Toekomstige Implicaties
De studie suggereert dat de identificatie van deze biotypes een stap is in de richting van precisiepsychiatrie, waarbij gepersonaliseerde behandelingen worden geboden op basis van hersenfunctiegegevens. Dit kan leiden tot betere behandelresultaten en minder mislukte behandelingen.
Experts merken op dat meer onderzoek nodig is om de methodologie te valideren en de kosten van routinematige fMRI-scans in de klinische praktijk te rechtvaardigen.
Conclusie
De studie biedt een nieuwe kijk op de classificatie en behandeling van depressie en angst door het identificeren van zes subtypes gebaseerd op hersencircuitactiviteit. Deze bevindingen kunnen leiden tot meer gepersonaliseerde en effectieve behandelstrategieën in de psychiatrie.
Referentie(s)
Tozzi, L., Zhang, X., Pines, A. et al. Personalized brain circuit scores identify clinically distinct biotypes in depression and anxiety. Nat Med 30, 2076–2087 (2024). https://doi.org/10.1038/s41591-024-03057-9