Een nieuw onderzoek suggereert dat het hebben van een gladdere hersenschors kan aangeven of iemand mogelijk een ernstige depressieve stoornis (MDD) krijgt.
De buitenste laag van de hersenen, de cerebrale cortex genoemd, heeft gevouwen patronen die gyri worden genoemd. Deze vouwen beginnen zich te vormen tijdens de zwangerschap en gaan door na de geboorte. Wetenschappers hebben in eerdere studies gekeken naar een mogelijke verbinding tussen weinig vouwen in de hersenen en MDD, maar er waren tot nu toe nog geen betrouwbare hersenkenmerken gevonden om de stoornis te detecteren. In de huidige studie is de Lokale Gyrificatie Index (LGI) gebruikt om de verhouding tussen gebogen en gladde hersenoppervlakken te meten. De onderzoekers ontdekten dat mensen met MDD minder vouwen hebben in bepaalde hersengebieden, waardoor die delen er “gladder” uitzien. Deze bevinding kan helpen om MDD eerder op te sporen.
De onderzoekers hebben het verband onderzocht tussen depressie en verschillen in LGI in de hersenen. Ze keken ook of LGI in verband kon worden gebracht met specifieke symptomen van depressie. Mensen met MDD hadden een lagere LGI in zeven hersengebieden die betrokken zijn bij verschillende processen zoals denken, emoties en geheugen. De grootste afname in vouwen werd gezien in een hersengebied dat essentieel is voor spraak en taal.
De onderzoekers denken dat een gladdere hersenschors mogelijk verbonden is met MDD omdat deze gebieden een rol spelen bij hoe we emoties verwerken. Abnormale vouwing kan van invloed zijn op hoe onze hersenen emoties verwerken, wat kan leiden tot MDD.
Toekomstig onderzoek zal onderzoeken hoe genen en de omgeving van invloed zijn op de vouwing van de hersenen tijdens de vroege ontwikkeling, waardoor iemand later meer kans heeft op MDD.
Kang, Y., Kang, W., Kim, A., Tae, W., Ham, B., & Han, K. (2023). Decreased cortical gyrification in major depressive disorder. Psychological Medicine, 1-13. doi:10.1017/S0033291723001216