Schizofrenie is een complexe psychiatrische aandoening die vaak gepaard gaat met cognitieve stoornissen. Deze stoornissen kunnen een aanzienlijke impact hebben op het dagelijks functioneren van patiënten. Het verbeteren van cognitieve functies is daarom een belangrijk doel in de behandeling van schizofrenie. In dit artikel analyseren we een recente studie die de effecten van verschillende antipsychotica op cognitieve functies bij schizofreniepatiënten onderzoekt.
Cognitieve functies
Neurocognitieve tekorten bij schizofrenie omvatten verschillende domeinen, waaronder aandacht, uitvoerende functie, werkgeheugen en verwerkingssnelheid, die gezamenlijk bijdragen aan de algehele functionele uitkomsten van patiënten.
Onderzoek wijst consequent uit dat neurocognitieve stoornissen veel voorkomen bij schizofrenie en ongeveer 80% van de patiënten treffen (Gaudelus et al., 2016). Deze tekorten zijn niet alleen secundair aan de positieve symptomen van de stoornis, zoals hallucinaties en waanideeën, maar vormen een kernaspect van de ziekte dat zelfs tijdens periodes van symptoomremissie kan aanhouden (Boyer et al., 2011). Een meta-analyse onthulde bijvoorbeeld dat personen met schizofrenie significante tekorten vertonen in cognitieve domeinen, waaronder aandacht, uitvoerende functie en geheugen, vergeleken met gezonde controles (Fioravanti et al., 2005). Deze cognitieve disfunctie is vaak gekoppeld aan moeilijkheden in sociale interacties en beroepsmatig functioneren.
De Studie
De onderzoekers voerden een netwerk meta-analyse uit van gerandomiseerde klinische onderzoeken die antipsychotica vergeleken met placebo of andere antipsychotica. De studies varieerden in duur van 3 tot 104 weken en omvatten zowel acute als stabiele patiënten. In totaal werden 167 studies beoordeeld, waarvan 68 studies met 9526 deelnemers bruikbare gegevens opleverden.
Resultaten
De belangrijkste resultaten van de studie (Leucht et. al, 2024) zijn als volgt:
Uitkomstmaten: De primaire uitkomstmaat was de MCCB-composietscore, en secundaire uitkomsten omvatten de zeven MCCB-domeinen zoals snelheid van verwerking, aandacht/waakzaamheid, werkgeheugen, verbaal leren, visueel leren, redeneren en probleemoplossing, en sociale cognitie.
Deelnemers en Studies: In totaal werden 167 studies beoordeeld, waarvan 68 studies met 9526 deelnemers bruikbare gegevens opleverden. De studies varieerden in duur van 3 tot 104 weken en omvatten zowel acute als stabiele patiënten.
Effectiviteit van Antipsychotica: Er waren geen duidelijke verschillen tussen antipsychotica; er was eerder een geleidelijke afname in effectgroottes vergeleken met placebo met overlappende betrouwbaarheidsintervallen. Molindone en thioridazine scoorden hoog, maar deze resultaten waren gebaseerd op een enkele studie met een kleine steekproefgrootte.
Rangschikking van Antipsychotica: Sertindole en paliperidone hadden gemiddelde effectgroottes vergeleken met placebo en waren geassocieerd met betere cognitieve uitkomsten dan verschillende antipsychotica onderaan de ranglijst. Clozapine, fluphenazine, en haloperidol scoorden het laagst en waren verbonden met lagere cognitieve prestaties.
Beperkingen: De studie had beperkingen, waaronder de variëteit aan gebruikte schalen en de noodzaak om een algemene score te berekenen. Onverklaarde heterogeniteit bleef bestaan, wat niet ongebruikelijk is in netwerk meta-analyses.
Antipsychoticum | Aantal deelnemers | SMD (95% CI) | Effectiviteit ten opzichte van placebo |
---|---|---|---|
Molindone | 15 | -0.95 (-1.61 tot -0.29) | Beter dan placebo |
Thioridazine | 22 | -0.71 (-1.28 tot -0.14) | Beter dan placebo |
Paliperidone | 106 | -0.57 (-1.03 tot -0.11) | Beter dan placebo |
Sertindole | 156 | -0.41 (-0.91 tot 0.09) | Beter dan placebo |
Chlorpromazine | 101 | -0.33 (-0.64 tot -0.02) | Beter dan placebo |
Brexpiprazole | 161 | -0.26 (-0.53 tot 0.01) | Beter dan placebo |
Quetiapine | 1015 | -0.24 (-0.53 tot 0.05) | Beter dan placebo |
Risperidone | 2008 | -0.17 (-0.44 tot 0.10) | Beter dan placebo |
Olanzapine | 2175 | -0.15 (-0.42 tot 0.12) | Beter dan placebo |
Amisulpride | 175 | -0.15 (-0.53 tot 0.23) | Beter dan placebo |
Haloperidol | 403 | -0.02 (-0.36 tot 0.32) | Geen significant verschil |
Clozapine | 76 | 0.12 (-0.30 tot 0.55) | Slechter dan placebo |
Opmerkingen:
- SMD staat voor “gestandaardiseerde gemiddelde verschil”, waarbij een negatief getal een verbetering in cognitieve functie ten opzichte van placebo aangeeft3.
- De effectiviteit is gebaseerd op de gestandaardiseerde gemiddelde verschillen (SMD) en hun betrouwbaarheidsintervallen (95% CI)3.
- Antipsychotica zoals Molindone en Thioridazine toonden een grotere effectiviteit, maar deze resultaten zijn gebaseerd op een kleine steekproefgrootte1.
Implicaties
Deze resultaten benadrukken de noodzaak voor de ontwikkeling van medicijnen met nieuwe werkingsmechanismen om de cognitieve symptomen van schizofrenie spectrum stoornissen adequaat aan te pakken.
Referentie
Boyer, R., Keefe, R., Lieberman, J., Deanna, M., Csernansky, J., Goff, D., … & Marder, S. (2011). A randomized clinical trial of mk-0777 for the treatment of cognitive impairments in people with schizophrenia. Biological Psychiatry, 69(5), 442-449. https://doi.org/10.1016/j.biopsych.2010.09.052
Fioravanti, M., Carlone, O., Vitale, B., Cinti, M., & Clare, L. (2005). A meta-analysis of cognitive deficits in adults with a diagnosis of schizophrenia. Neuropsychology Review, 15(2), 73-95. https://doi.org/10.1007/s11065-005-6254-9
Gaudelus, B., Virgile, J., Geliot, S., & Franck, N. (2016). Improving facial emotion recognition in schizophrenia: a controlled study comparing specific and attentional focused cognitive remediation. Frontiers in Psychiatry, 7. https://doi.org/10.3389/fpsyt.2016.00105
Keefe, R., Poe, M., Walker, T., & Harvey, P. (2006). The relationship of the brief assessment of cognition in schizophrenia (bacs) to functional capacity and real-world functional outcome. Journal of Clinical and Experimental Neuropsychology, 28(2), 260-269. https://doi.org/10.1080/13803390500360539
Lam, B. and Raine, A. (2014). The relationship between neurocognition and symptomatology in people with schizophrenia: social cognition as the mediator. BMC Psychiatry, 14(1). https://doi.org/10.1186/1471-244x-14-138
Leucht, S., Leucht, C., Huhn, M., et al. (2024). Sixty years of placebo-controlled antipsychotic drug trials in acute schizophrenia: Systematic review, Bayesian meta-analysis, and meta-regression of efficacy predictors. JAMA Psychiatry. doi:10.1176/appi.ajp.2017.16121358
Reichenberg, A., Feo, C., Prestía, D., Bowie, C., Patterson, T., & Harvey, P. (2014). The course and correlates of everyday functioning in schizophrenia. Schizophrenia Research Cognition, 1(1), e47-e52. https://doi.org/10.1016/j.scog.2014.03.001