Er is momenteel nog onvoldoende sterk wetenschappelijk bewijs dat duloxetine effectief is bij de behandeling van ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder). De ervaringen van patiënten daarentegen lijken overwegend positief te zijn.
Duloxetine is een medicijn dat wordt gebruikt voor de behandeling van depressie en angststoornissen, en het wordt soms ook voorgeschreven voor andere aandoeningen, zoals chronische pijn. Hoewel sommige studies hebben onderzocht of duloxetine kan helpen bij de behandeling van ADHD, hebben deze studies geen overtuigend bewijs gevonden voor de werkzaamheid van dit middel bij deze aandoening.
In feite zijn de meeste geneesmiddelen die worden voorgeschreven voor ADHD, zoals stimulerende middelen (bijv. methylfenidaat, amfetamine), niet gerelateerd aan duloxetine. Deze geneesmiddelen werken door het verhogen van de niveaus van neurotransmitters zoals dopamine en norepinefrine in de hersenen, terwijl duloxetine werkt door het verhogen van de niveaus van serotonine en norepinefrine. Deze neurotransmitters spelen een belangrijke rol bij de regulatie van stemming, angst en pijnperceptie.
Studies
Er zijn enkele studies uitgevoerd naar de effectiviteit van duloxetine bij ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder), maar over het algemeen is er geen voldoende overtuigend bewijs dat dit medicijn nuttig is bij de behandeling van deze aandoening.
Duloxetine kan op basis van zijn farmacologische werking ook worden toegepast bij ADHD, zo schrijven Ebbelaar et.al in Ebbelaar’s Klinische Psychofarmacologie. De aanwijzingen voor werkzaamheid zijn voorzichtig. Het bewijs (uit studies tussen 2011 en 2014) is niet voldoende sterk voor toepassing van duloxetine als monotherapie bij ADHD, maar voornamelijk bij veelvoorkomende comorbiditeit als depressie of angst [zotpressInText item=”{9309347:D7D2MYFD}” format=”(%num%)” brackets=”yes”].
Bevindingen van een dubbelblinde, gerandomiseerde, placebo-gecontroleerde studie [zotpressInText item=”{9309347:XEHAYW2G}” format=”(%num%)” brackets=”yes”] uit 2016 bij volwassen ADHD zijn vrij moeilijk te interpreteren, aangezien er geen statistisch significante verschillen tussen duloxetine en placebo op primaire maatstaf voor ADHD-symptomen (CAARS-Inv: SV) werden gevonden; toch benadrukten de auteurs positieve veranderingen in algemene klinische en secundaire maatregelen, en concludeerden dat duloxetine een waardevolle behandeloptie kan zijn bij ADHD.
In een enkel casusrapport [zotpressInText item=”{9309347:KEBD4GP2}” format=”(%num%)” brackets=”yes”] is melding gemaakt van verlichting van comorbide enuresis (plassen), door stimulerende middelen veroorzaakte dysforie en verbetering van cognitieve vaardigheden bij een adolescent met ADHD.
Gegevens over duloxetine zijn volgens een vrij recente review uit 2020 [zotpressInText item=”{9309347:VZ44N6JD}” format=”(%num%)” brackets=”yes”] niet overtuigend en moeten verder worden onderzocht, idealiter in grotere gecontroleerde onderzoeken die de dosis langzaam verhogen, o.a. om de impact van bijwerkingen op therapiebehoud te minimaliseren.
Patiëntervaringen
Voor patiëntervaringen is gebruik gemaakt van de database van Stuff That Works. Stuff That Works is een online gemeenschap waar mensen ervaringen kunnen delen over verschillende medicijnen en behandelingen voor verschillende aandoeningen. Het aantal mensen dat duloxetine heeft getest en hun ervaringen heeft gedeeld, kan variëren afhankelijk van verschillende factoren, zoals het aantal mensen dat het medicijn heeft voorgeschreven gekregen, het aantal mensen dat deelneemt aan de gemeenschap en het aantal mensen dat hun ervaringen deelt.
Duloxetine wordt zelden geprobeerd in de gemeenschap van volwassenen met ADHD. Het is gemeld als geprobeerd door minder dan 1% van de leden (met ADHD) bij Stuff That Works, maar wel met overweldigend positieve effectiviteitsrapporten.
Voor duloxetine zijn de ervaringen van patiënten met ADHD die duloxetine hebben gebruikt (n=260) als volgt:
6% Werkte buitengewoon goed
32% Werkte heel goed
40% Werkte redelijk goed
21% Niet significant
Naast bovenstaande ervaringen geeft 9% aan dat het middel bijzonder nadelige effecten had. De effectiviteit kan het resultaat zijn van een combinatie van behandelingen, en NIET noodzakelijkerwijs alleen van duloxetine.
Farmacokinetiek
Absorptie: Duloxetine wordt snel geabsorbeerd na orale toediening en de piekplasmaconcentratie wordt binnen 6 uur bereikt. Voedsel kan de absorptie van duloxetine vertragen, maar heeft geen invloed op de totale absorptie.
Distributie: Duloxetine wordt sterk gebonden aan plasma-eiwitten, voornamelijk aan albumine en alfa-1 zuur glycoproteïne. De verdeling van duloxetine in weefsels is beperkt en het geneesmiddel heeft een groot distributievolume.
Metabolisme: Duloxetine wordt voornamelijk gemetaboliseerd in de lever door het cytochroom P450-enzym (CYP) 2D6 en CYP1A2. Duloxetine is ook een remmer van CYP2D6. Het belangrijkste metaboliet van duloxetine is N-desmethyl duloxetine, dat ook farmacologisch actief is.
Eliminatie: De eliminatiehalfwaardetijd van duloxetine varieert van 8 tot 17 uur. Ongeveer 70% van de toegediende dosis duloxetine wordt uitgescheiden via de urine, voornamelijk in de vorm van metabolieten. Een kleine hoeveelheid wordt uitgescheiden via de ontlasting.
Bij patiënten met lever- of nierinsufficiëntie, kan de farmacokinetiek van duloxetine veranderen en kan de dosis worden aangepast om de bijwerkingen te verminderen en de therapeutische effecten te optimaliseren.
Conclusie
Er is slechts beperkte informatie beschikbaar over de effectiviteit van duloxetine bij ADHD. Er zijn een paar kleine studies uitgevoerd naar het gebruik van duloxetine bij volwassenen met ADHD, maar de resultaten zijn gemengd en er is meer onderzoek nodig om de effectiviteit ervan te beoordelen. In het algemeen wordt duloxetine niet aanbevolen als eerste behandeloptie voor ADHD, omdat er andere medicijnen zijn die beter zijn onderzocht en een hogere effectiviteit hebben aangetoond. De ervaringen van patiënten met ADHD die duloxetine hebben gebruikt zijn daarentegen overweldigend positief als het gaat om de effectiviteit.
[zotpressInTextBib style=”vancouver” sort=”ASC”]
C.F. Ebbelaar. Ebbelaar’s Klinische Psychofarmacologie. Pharmc, 2022.