donderdag, januari 16, 2025

Dopamine deficiëntie

Gerelateerde artikelen

Dopamine is een neurotransmitter en hormoon. Het communiceert chemische berichten tussen zenuwcellen in de hersenen of tussen de hersenen en de rest van het lichaam. Een dopaminetekort kan verband houden met verschillende medische aandoeningen, waaronder depressie, angststoornissen, schizofrenie, de ziekte van Parkinson, restless legs en ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder). In dit artikel wordt kort stilgestaan bij dit verband, de symptomatologie, diagnostiek en behandeling, maar ook bij de complexiteit van het begrip van neurotransmitters.


Kernpunten

  • Verschillende medische aandoeningen zijn inmiddels gekoppeld aan een lager dopaminegehalte. 
  • Er zijn veel symptomen van een tekort aan dopamine. Wat iemand kan ervaren, hangt af van de onderliggende oorzaak. 
  • Dopaminetekort is geen medische diagnose. 
  • Behandeling van dopaminedeficiëntie hangt af van de onderliggende oorzaak.
  • Veel meer onderzoek is nodig naar de effecten van voedsel en supplementen op neurotransmitters zoals dopamine. 
  • Een laag dopaminegehalte veroorzaakt geen medische aandoeningen. Er is een verband of associatie, maar lage niveaus veroorzaken niet direct de medische aandoeningen. 

Dopamine speelt een rol bij het beheersen van de bewegingen die een persoon maakt, evenals hun emotionele reacties. De juiste balans van dopamine is van vitaal belang voor zowel fysiek als mentaal welzijn. Enkele van de andere cruciale functies waar dopamine invloed op uitoefent, zijn stemming, slaap, geheugen, leren en concentratie. Een tekort kan optreden als gevolg van een daling van de hoeveelheid dopamine die het lichaam aanmaakt, of een probleem met de dopaminereceptoren in de hersenen.

Verschillende medische aandoeningen zijn inmiddels gekoppeld aan een lager dopaminegehalte. Het is goed om hierbij wel te beseffen dat het nog steeds onduidelijk is of een laag dopaminegehalte zelf de oorzaak is, of dat iets anders leidt tot dopamine-ontregeling in verschillende delen van de hersenen. Andere neurotransmitters kunnen ook nog betrokken zijn bij de ontwikkeling van deze aandoeningen. Verderop in dit artikel wordt de complexiteit van neurotransmitters besproken.

Depressie

Van depressie en angst weten onderzoekers inmiddels dat er in het hersengebied dat gelinkt is aan beloning, geen receptoren actief zijn(1).

ADHD

Mensen met ADHD bijvoorbeeld lijken een ander dopaminegehalte in de hersenen te hebben dan mensen zonder ADHD. Het verschil zou kunnen zijn omdat de neuronen hogere concentraties van dopaminetransporters hebben(2). Als er meer transporters zijn, wordt het dopaminegehalte in de hersenen verlaagt. 

Drugsgebruik

Drugsgebruik kan het dopaminegehalte beïnvloeden. Uit een review(3) is bijvoorbeeld gebleken dat het herhaaldelijk gebruik van stimulerende middelen de activering en signalering van dopaminecellen kan veranderen. Mensen die drugs misbruiken, zoals cocaïne, hebben ook een significante afname van de dopamine D2-receptoren en de afgifte van dopamine, waardoor het voor een persoon moeilijker wordt om de positieve effecten van dopamine te ervaren. Het dopaminetekort wat ontstaat, verklaart waarom verslaafden zich vaak depressief en angstig voelen als ze nuchter zijn(1).

Ontstekingen

Diëten kunnen het dopaminegehalte beïnvloeden. Zo wordt verondersteld(4) dat verzadigd vet het risico op ontstekingen vergroot, waardoor het dopaminesysteem verandert. Ook in een recenter artikel(5) wordt gesproken over het verband tussen de verminderde afgifte van dopamine in de hersenen, de motivatie om dingen te doen en de aanwezigheid van een ontstekingsreactie in het lichaam.

Obesitas

Mensen hebben een gen dat onderzoekers het ‘vetmassa- en obesitas-geassocieerd (FTO) gen’ noemen. Mensen met bepaalde varianten van dit gen hebben meer kans op obesitas. Er wordt verondersteld dat dit komt doordat het FTO-gen van invloed is op dopamine en het beloningssysteem van de hersenen. 

OOK INTERESSANT:   The Power of ADHD

Obesitas en ADHD

Uit comorbiditeitsstudies is gebleken dat kinderen met ADHD een grotere kans hebben op overgewicht en obesitas dan gezonde kinderen. 

In een recente systematische review van wetenschappelijke studies die verbanden tussen beide obesitas en ADHD blootleggen(6) – vanuit een fysiologisch, cognitief en gedragsperspectief – wordt geconcludeerd dat de relatie tussen ADHD en obesitas wordt bepaald door genetische factoren, door dopaminerge variaties, veranderingen in slaappatronen, emotionele onevenwichtigheden en door veranderingen in de regulatie van gedrag.

Onderzoekers hebben recent nog op moleculair niveau het bestaan bevestigd(7) van genen die specifiek ontvankelijk zijn voor overmatig lichaamsgewicht bij ADHD-patiënten, en welke geassocieerd zijn met de biologische routes die betrokken zijn bij de regulatie van het beloningssysteem, het darmmicrobioom en het spiermetabolisme.

Symptomen

Er zijn veel symptomen van een tekort aan dopamine. Wat iemand kan ervaren, hangt af van de onderliggende oorzaak. Symptomen zijn bijvoorbeeld heel anders als het lage dopaminegehalte geassocieerd zou zijn met de ziekte van Parkinson dan wanneer ze geassocieerd zouden zijn met ADHD. 

Symptomen van dopaminedeficiëntie kunnen zijn: 

  • Missen van motivatie, ‘de drive’. 
  • Moe zijn.
  • Concentratieproblemen
  • Humeurig of angstig zijn 
  • Geen plezier voelen van eerder plezierige ervaringen. 
  • Depressief voelen; hopeloos voelen. 
  • Een lage seksdrive. 
  • Slecht slapen of een verstoorde slaap hebben.

Andere symptomen van lage dopaminegehalten zijn onder meer: 

  • Handtrillingen of andere trillingen in rust, verlies van evenwicht of coördinatie, verhoogde spier-/ledematenstijfheid, spierkrampen (symptomen van de ziekte van Parkinson). 
  • Rusteloze benen syndroom (restless legs). 
  • Problemen met het kortetermijngeheugen, het beheren van dagelijkse taken en het oplossen van eenvoudige denkproblemen (symptomen van cognitieve veranderingen). 
  • Problemen met emotieregulatie, een laag zelfbeeld, angst, vergeetachtigheid, impulsiviteit en gebrek aan organisatorische vaardigheden (symptomen van aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit). 
  • Sociale terugtrekking, verminderde emoties, geen plezier voelen (negatieve symptomen van schizofrenie). 
  • Gastro-intestinale symptomen, waaronder chronische constipatie. 

Diagnostiek en behandeling

Dopaminetekort is geen medische diagnose. Het dopaminegehalte wordt ook zelden gecontroleerd door hulpverleners. Een bloedtest alleen levert namelijk ook niet veel bruikbare informatie op. Een bloedtest kan bijvoorbeeld wel het dopaminegehalte meten, maar het kan niet bepalen hoe iemands hersenen op dopamine reageren. Het is dan ook veel relevanter om de medische voorgeschiedenis te verzamelen, vragen te stellen over iemands leefstijl (inclusief alcohol- en drugsgebruik), symptomen, onderzoeken en de nodige tests te indiceren op basis van iemands symptomen. Met deze informatie en de bevindingen van tests kan door een professional bepaald worden of het gaat om een medische aandoening die verband houdt met een laag dopaminegehalte.

Dopaminetransportertest
Bij een vermoeden van de ziekte van Parkinson, kan een dopaminetransportertest geindiceerd zijn. Dit is een beeldvormende test waarbij een radioactief middel (zoals een kleurstof) in de bloedbaan wordt geïnjecteerd en vervolgens wordt gevolgd met behulp van single-photon emission computed tomography (SPECT). Wanneer iemand de ziekte van Parkinson heeft, creëren beschadigde zenuwcellen en verlies van dopamine in de aangetaste delen van de hersenen een duidelijk patroon dat zichtbaar is op de scan.

Behandeling

Behandeling van dopaminedeficiëntie hangt af van de onderliggende oorzaak. Levodopa kan worden voorgeschreven voor de ziekte van Parkinson. In sommige gevallen kunnen dopamine-agonisten worden gebruikt. Dopamine-agonisten werken door dopamine na te bootsen, waardoor zenuwcellen op dezelfde manier reageren. Ook rusteloze benen kunnen worden behandeld met dopamine-agonisten. Behandeling van depressie kan bestaan uit selectieve serotonineopnameremmers die invloed uitoefenen op zowel de neurotransmitters serotonine als dopamine. ADHD tenslotte kan worden behandeld met o.a. methylfenidaat en dexamfetamine dat de dopamine-activiteit verhoogt.

OOK INTERESSANT:   De rol van dopamine en acetylcholine bij besluitvorming en gedragsbeïnvloeding

Optogenetics

Dopamine-circuits worden nog volop bestudeerd om behandelingen voor psychiatrisch ziektes te verbeteren. Bijvoorbeeld met optogenetics, een methode die mogelijk kan worden gebruikt om circuits te activeren waar dopamine niet goed werkt, of om overactieve circuits juist te remmen(1).

Voeding en supplementen

Andere methoden om een laag dopaminegehalte te verhogen, zoals voeding en supplementen, zouden overwogen en besproken kunnen worden. Veel meer onderzoek is echter nodig naar de effecten van voedsel en supplementen op neurotransmitters zoals dopamine. 

Er wordt verondersteld dat een dieet dat rijk is aan magnesium en tyrosinerijk voedsel het dopaminegehalte op een natuurlijke manier zou kunnen verhogen. Dit zijn namelijk de bouwstenen van de productie van dopamine. Tyrosine is een aminozuur dat wordt opgenomen in het lichaam en vervolgens in de hersenen wordt omgezet in dopamine. 

Verkrijgbare supplementen waarvan verondersteld wordt dat het het dopaminegehalte kan verhogen, zijn onder meer tyrosine en l-theanine, beide voorlopers van dopamine. Ook vitamine D, B5 en B6 zijn nodig om dopamine te maken. En tenslotte worden ook omega-3 essentiële vetzuren en magnesium verondersteld het dopaminegehalte te verhogen.

Complexiteit van neurotransmitters

Een laag dopaminegehalte kan niet op een “zwart-wit” manier worden bekeken. Het is een complex onderwerp. Het is daarnaast belangrijk om te weten dat een laag dopaminegehalte geen medische aandoeningen veroorzaakt(8). Er is een verband of associatie, maar lage niveaus veroorzaken niet direct de medische aandoeningen. 

Nog verwarrender zijn de begrippen oorzakelijk verband en correlatie. Lagere dopaminegehalten zouden – zoals eerder in dit artikel beschreven –  gekoppeld zijn aan obesitas. En ook is dus bekend dat voedsel en beweging van invloed kunnen zijn op hoe de hersenen dopamine gebruiken. Maar veroorzaken slechte voedselkeuzes (voedingsmiddelen die het dopaminegehalte niet verhogen) en gebrek aan motivatie om te sporten dan een laag dopaminegehalte? Of leidt een laag dopaminegehalte in de hersenen tot een “beloningssysteem” dat juist het kiezen van junkfood en niet sporten leuker maakt? Ook werkt geen enkele neurotransmitter geïsoleerd van anderen. Dopamine werkt bijvoorbeeld nauw samen met serotonine. 

Dat het begrijpen van neurotransmitters een erg complex onderwerp is, blijkt ook wel uit enkele recente onderzoeken.

Gelukshormoon

Zo stond het ‘gelukshormoon’ dopamine altijd bekend als het molecuul dat zorgt voor het ervaren van genot en beloning. Nieuw onderzoek(9), gepubliceerd in Nature, laat echter zien dat de neurotransmitter neurotensine – volgens de onderzoekers – wel eens het echte ‘gelukshormoon’ zou kunnen zijn. Neurotensine zou direct verantwoordelijk zijn voor het goede of slechte gevoel bij een herinnering. 

De ontdekking zou volgens de onderzoekers mogelijkheden kunnen bieden voor nieuwe behandelmethodes in de psychiatrie, vooral voor mensen met depressies, angststoornissen of een post-traumatische stressstoornis (PTSS), maar mogelijk ook voor gok- en drugsverslaafden(10)

Serotonine

Een andere (groot opgezette) metastudie heeft geconcludeerd dat, na tientallen jaren van onderzoek, er nog steeds geen duidelijk bewijs is dat serotonineniveaus of serotonine-activiteit verantwoordelijk zijn voor depressie. De nieuwe overkoepelende review – een overzicht van bestaande meta-analyses en systematische reviews – gepubliceerd in Molecular Psychiatry, suggereert dat depressie waarschijnlijk niet wordt veroorzaakt door een chemische onbalans, en stelt de vraag wat antidepressiva doen. De meeste antidepressiva zijn selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI’s), waarvan oorspronkelijk werd gezegd dat ze werken door abnormaal lage serotoninespiegels te corrigeren. Er zou geen ander geaccepteerd farmacologisch mechanisme zijn waardoor antidepressiva de symptomen van depressie beïnvloeden(11)

OOK INTERESSANT:   Experts over de serotonine-theorie van depressie

Psychiater Joost Mertens roept – in reactie op het serotonine-onderzoek – op tot enige nuance: “Het bewijst hooguit dat al te eenvoudige hypotheses over de relatie van neurotransmitters en emoties niet gelegd kunnen worden, dat is nou niet bepaald baanbrekend; dat wisten we al. Allereerst is de suggestie, dat zoiets ingewikkelds als het menselijk brein en menselijke emoties, afhankelijk zou zijn van één stofje, nooit gemeengoed geweest in de psychiatrie. Een depressieve stoornis is per definitie multicausaal en complex.” Er is volgens Mertens ruim voldoende bewijs dat, in elk geval bij de ernstige depressies, medicatie wel degelijk helpt, evenals electroconvulsieve therapie, waarbij er in elk geval een relatie is met het serotoninesysteem. “Therapie helpt niet bij iedereen, en dat geldt voor meer ziektebeelden en remedies. Dat er een relatie met het serotoninesysteem is, blijft daarmee overeind staan” waarbij de psychiater verwijst naar de tryptofaan-ontstekingshypothese. Hoe deze relatie precies werkt, blijft onderwerp van vele vragen en dus van onderzoek.

Referenties

  1. Wat is dopamine? | Nederlands Herseninstituut – Master the Mind [Internet]. Nederlands Herseninstituut. [geciteerd 12 augustus 2022]. Beschikbaar op: https://herseninstituut.nl/brainfacts/dopamine/
  2. Lai TKY, Su P, Zhang H, Liu F. Development of a peptide targeting dopamine transporter to improve ADHD-like deficits. Molecular Brain. 9 november 2018;11(1):66.
  3. Ashok AH, Mizuno Y, Volkow ND, Howes OD. Association of Stimulant Use With Dopaminergic Alterations in Users of Cocaine, Amphetamine, or Methamphetamine: A Systematic Review and Meta-analysis. JAMA Psychiatry. 1 mei 2017;74(5):511–9.
  4. Décarie-Spain L, Sharma S, Hryhorczuk C, Issa-Garcia V, Barker PA, Arbour N, e.a. Nucleus accumbens inflammation mediates anxiodepressive behavior and compulsive sucrose seeking elicited by saturated dietary fat. Mol Metab. april 2018;10:1–13.
  5. Treadway MT, Cooper JA, Miller AH. Can’t or Won’t? Immunometabolic Constraints on Dopaminergic Drive. Trends in Cognitive Sciences. 1 mei 2019;23(5):435–48.
  6. Torres M, Bermúdez V, Ortiz R, Siguencia W, Prieto C, Añez R, e.a. Gene FTO: Aspectos históricos y su relación con enfermedades crónicas no comunicables. Revista Latinoamericana de Hipertension. 1 januari 2018;13(2):26–34.
  7. Dmitrzak-Weglarz M, Paszynska E, Bilska K, Szczesniewska P, Bryl E, Duda J, e.a. Common and Unique Genetic Background between Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder and Excessive Body Weight. Genes. september 2021;12(9):1407.
  8. Dopamine Deficiency: Symptoms, Causes & Treatment [Internet]. Cleveland Clinic. [geciteerd 11 augustus 2022]. Beschikbaar op: https://my.clevelandclinic.org/health/articles/22588-dopamine-deficiency
  9. Li H, Namburi P, Olson JM, Borio M, Lemieux ME, Beyeler A, e.a. Neurotensin orchestrates valence assignment in the amygdala. Nature. 20 juli 2022;1–7.
  10. Kras J. Vergeet dopamine: dit is misschien wel het echte ‘gelukshormoon’ [Internet]. Scientias.nl. 2022 [geciteerd 12 augustus 2022]. Beschikbaar op: https://scientias.nl/vergeet-dopamine-dit-is-misschien-wel-het-echte-gelukshormoon/
  11. Moncrieff J, Cooper RE, Stockmann T, Amendola S, Hengartner MP, Horowitz MA. The serotonin theory of depression: a systematic umbrella review of the evidence. Mol Psychiatry. 20 juli 2022;1–14.

Meer over dit onderwerp

Reacties

Ook in PSYMAG

Dopamine is een neurotransmitter en hormoon. Het communiceert chemische berichten tussen zenuwcellen in de hersenen of tussen de hersenen en de rest van het lichaam. Een dopaminetekort kan verband houden met verschillende medische aandoeningen, waaronder depressie, angststoornissen, schizofrenie, de ziekte van Parkinson, restless legs en ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder). In dit artikel wordt kort stilgestaan bij dit verband, de symptomatologie, diagnostiek en behandeling, maar ook bij de complexiteit van het begrip van neurotransmitters.

Alleen voor abonnees

De volledige inhoud van dit artikel is alleen toegankelijk voor ingelogde abonnees. Een abonnement kost slechts €40,- per jaar. Hiervoor krijg je toegang tot alle beschikbare content, inclusief het maandelijkse pdf-vaktijdschrift (verschijnt 12x per jaar).

€40,-per jaar

PSYMAG verschijnt ook als PDF-vaktijdschrift. Voor slechts €40,- per jaar ontvang je naast toegang tot alle content op www.psymag.nl ook 12x per jaar het digitale tijdschrift in je mailbox.

Populaire artikelen