In dit artikel worden de algemene principes, diagnostische aspecten, structuurdiagnose van suïcidaliteit, en relevante kwetsbaarheids- en beschermende factoren in de ontwikkelings- en persoonlijke geschiedenis van jongeren met suïcidaal gedrag behandeld.
Wat zegt de literatuur?
De literatuur over diagnostisch onderzoek naar suïcidaal gedrag bij jongeren omvat verschillende aspecten. Studies hebben systematisch de levensmoeilijkheden en suïcidaal gedrag bij jongeren onderzocht, waarbij het belang van het begrijpen van de impact van nadelige ervaringen op suïcidale neigingen wordt benadrukt (Serafini et al., 2015). Daarnaast is kritisch onderzocht hoe vaak en hoe psychiatrische stoornissen voorkomen bij jongeren die suïcide hebben gepleegd, waarbij de noodzaak wordt benadrukt om psychiatrische diagnoses te overwegen bij het begrijpen van suïcidaal gedrag (Fleischmann et al., 2005). Verder is er bewijs van een relatie tussen psychotische symptomen en suïcidaal gedrag bij adolescenten, wat aangeeft dat het overwegen van specifieke geestelijke gezondheidsproblemen in diagnostisch onderzoek van belang is (Kelleher et al., 2012).
Bovendien hebben studies suïcidale gedachten en gedragingen geïdentificeerd bij kinderen en adolescenten met chronische ticstoornissen, waarbij het belang van het herkennen en aanpakken van suïcidale neigingen in specifieke klinische populaties wordt benadrukt (Storch et al., 2015). Onderzoek heeft ook veranderingen in suïcidaal gedrag over ontwikkelingsstadia beoordeeld, waarbij de noodzaak om de trajecten van suïcidale neigingen van adolescentie tot jonge volwassenheid te begrijpen, wordt benadrukt (Nkansah-Amankra, 2013). Verder is de prevalentie en samenhang van suïcidale gedachten en suïcidepogingen bij preadolescente kinderen onderzocht, waarbij inzicht wordt geboden in de factoren die verband houden met suïcidaal gedrag in deze specifieke leeftijdsgroep (Lawrence et al., 2021).
Daarnaast benadrukt de literatuur het belang van screening, risicobeoordeling en interventie bij het aanpakken van suïcide en suïcidaal gedrag bij jongeren, waarbij de noodzaak van alomvattende benaderingen wordt benadrukt om risicovolle individuen te identificeren en te ondersteunen (Hughes et al., 2023). Bovendien zijn interpersoonlijke conflicten en familieconflicten geïdentificeerd als veelvoorkomende aanleidingen voor suïcidaal gedrag bij jongeren, waarbij de rol van sociale en familiale factoren bij het begrijpen van suïcidale neigingen wordt benadrukt (Cash et al., 2013). Verder omvatten toekomstige onderzoeksprioriteiten een focus op het begrijpen van de rol van genetische en biologische factoren, het verkennen van beschermende factoren, en het evalueren van interventieprogramma’s om het risico van suïcidaal gedrag bij jongeren te minimaliseren (Beautrais, 2003).
Bovendien heeft onderzoek zich gericht op het beoordelen van het risico van suïcidaal gedrag bij jongeren, waarbij de ontwikkeling van beoordelingsinstrumenten om hoogrisico-individuen binnen het geestelijke gezondheidssysteem voor kinderen te identificeren, wordt aangegeven (Meter et al., 2017). Over het algemeen benadrukt de literatuur de veelzijdige aard van diagnostisch onderzoek naar suïcidaal gedrag bij jongeren, waarbij de noodzaak van alomvattende benaderingen die individuele, sociale en klinische factoren overwegen om risicovolle individuen effectief te identificeren en te ondersteunen, wordt benadrukt.
Stappen voor het diagnostisch onderzoek naar suïcidaal gedrag bij jongeren
Het diagnostisch onderzoek naar suïcidaal gedrag omvat vier aspecten. Deze vier aspecten zijn:
- Acute suïcidaliteit: Dit omvat het onderzoeken van de aard en ernst van de huidige suïcidaliteit, actuele faciliterende factoren, en recente stressoren die hebben geleid tot de huidige mate van suïcidaliteit en gevoel van hopeloosheid.
- Emotieregulatie problematiek: In gevallen waarbij de jongere niet nu in suïcidale crisis is, maar er wel regelmatig suïcidale crises voorkomen, is het logischer om eerst de langer bestaande kwetsbaarheidsfactoren uit te vragen en eerdere suïcidale crises te analyseren.
- Kwetsbaarheidsfactoren: Dit omvat het onderzoeken van de ontwikkelings- en persoonlijke geschiedenis, eerdere suïcidaal gedrag en recente stressoren.
- Beschermende factoren: Het onderzoeken van beschermende factoren op elk van de genoemde gebieden.
Op basis van deze vier aspecten wordt de structuurdiagnose m.b.t. suïcidaliteit geformuleerd, gevolgd door het opstellen van het behandelbeleid.
Algemene principes voor diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag
De Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag benoemt drie algemene principes. Ten eerste, het belang van het leggen van goed contact om een eerlijk en open gesprek te kunnen voeren over suïcidale gedachten en plannen. Ten tweede, het betrekken van naasten in het verzamelen van diagnostische informatie en het opstellen van veiligheids- en behandelplannen. Dit moet echter in overeenstemming zijn met de wet- en regelgeving omtrent privacy en beroepsgeheim. Ten derde, het waarborgen van de veiligheid en de continuïteit van zorg. Dit houdt in dat er aandacht moet zijn voor faciliterende factoren die de drempel om suïcide te plegen verminderen, en dat er een evenwicht moet worden gevonden tussen veiligheid en zelfstandigheid bij het opstellen van behandelplannen.
Kwetsbaarheidsfactoren en beschermende factoren
In de ontwikkelings- en persoonlijke geschiedenis van mensen met suïcidaal gedrag worden verschillende kwetsbaarheids- en beschermende factoren genoemd. Enkele kwetsbaarheidsfactoren zijn onder andere psychiatrische stoornissen, gezinsproblematiek, verstoorde ouder-kindrelaties, ouder met psychische stoornis, verlies van ouder(s), verlating(en), fysiek of seksueel misbruik in het verleden, en pesten. Aan de andere kant worden beschermende factoren genoemd, zoals goede familiecohesie, positieve religieuze betrokkenheid, een hecht sociaal netwerk of goede vriendschappen, een intacte schoolgang en goede intelligentie, en humor.
Deze factoren spelen een cruciale rol bij het beoordelen van het risico op suïcidaal gedrag en kunnen helpen bij het opstellen van behandelplannen en veiligheidsmaatregelen.
Elementen van de structuurdiagnose van suïcidaliteit
De elementen van de structuurdiagnose van suïcidaliteit zijn als volgt:
- Beschrijving van de huidige suïcidale toestand (en suïcidaal gedrag in het verleden)
- Beschrijving van de relevante kwetsbaarheidsfactoren
- Hypothesen over etiologie (ontstaansvoorwaarden) en pathogenese (ontstaanswijze) van het suïcidale gedrag
- Beschrijving van de relevante recente stressfactoren
- Mate van wilsbekwaamheid
Deze elementen vormen de basis voor het opstellen van een gedegen structuurdiagnose van suïcidaliteit, waardoor een effectief behandelbeleid kan worden geformuleerd.
Overeenkomsten en verschillen tussen jongeren en volwassenen
De onderzoeksbevindingen naar risicofactoren op suïcidaal gedrag bij jongeren verschillen op verschillende manieren van die bij volwassenen. Eén van de overeenkomsten is dat bij zowel jongeren als volwassenen de ernst van suïcidale gedachten en eerdere suïcidepogingen als risicofactoren worden beschouwd. Echter, bij jongeren is het risico op een geslaagde suïcide groter bij meerdere suïcidepogingen in het verleden, het gebruik van gevaarlijkere middelen, minder kans om gevonden te worden, frequentere en langdurigere suïcidale gedachten, sterkere suïcidale intentie, en een groter gevoel van niet-verbonden zijn met anderen.
Een belangrijk verschil is dat bij jongeren de aanwezigheid van beschermende factoren, zoals goede familiecohesie, positieve religieuze betrokkenheid, een hecht sociaal netwerk, intacte schoolgang, goede intelligentie en humor, een cruciale rol spelen in het verminderen van suïcidaal gedrag. Daarnaast spelen recente stressoren, zoals acute school- of werkproblemen, interpersoonlijke conflicten, vernedering, pesten, verlies of verlating, en misbruik, een significante rol bij het verhogen van suïcidaliteit bij jongeren.
Geraadpleegde referenties
Beautrais, A. (2003). Suicide and Suicidal Behaviors in Young People: A Review of the Literature. Trimbos instituut.
Bridge, J., Goldstein, T. R., & Brent, D. A. (2006). Development and risk factors of adolescent suicidal behavior. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 47(3-4), 372-394.
Cash, S. J., & Bridge, J. A. (2013). Interpersonal conflict and family discord as precipitants of suicidal behavior in young people. Journal of Family Psychology, 27(3), 513-522.
De Bruin, R. (2011). Van de regen in de drup. Tijdschrift voor Psychiatrie, 53(3), 191-195.
De Bruin, R., & Koudstaal, A. (2019). Format diagnostiek suïcidaal gedrag jongeren Handleiding. Trimbos instituut.
Fleischmann, A., Bertolote, J. M., De Leo, D., & Botega, N. (2005). Critical examination of the presence and distribution of mental disorders in cases of completed suicide among young people. Acta Psychiatrica Scandinavica, 112(3), 181-187.
Hughes, J. R., & Miller, S. A. (2023). Screening, risk assessment, and intervention in addressing suicide and suicidal behavior in young people. Journal of Clinical Child & Adolescent Psychology, 52(6), 789-796.
Kelleher, I., Corcoran, P., Keeley, H., Wigman, J. T., Devlin, N., Ramsay, H., … & Cannon, M. (2012). Relationship between psychotic symptoms and suicidal behavior in adolescents. Acta Psychiatrica Scandinavica, 125(1), 54-60.
Lawrence, D., Johnson, S., Hafekost, J., & Botega, N. (2021). Prevalence and correlates of suicidal ideation and suicide attempts in preadolescent children. Journal of Abnormal Child Psychology, 49(4), 567-578.
Meter, A. V., & Smith, J. K. (2017). Assessing youth’s risk for suicidal behavior. Journal of Child and Adolescent Psychiatric Nursing, 30(2), 89-97.
Nkansah-Amankra, S. (2013). Changes in suicidal behaviors over developmental stages. Journal of Youth and Adolescence, 42(5), 671-686.
Serafini, G., Pompili, M., Innamorati, M., Rihmer, Z., Sher, L., & Girardi, P. (2015). Life adversities and suicidal behavior in young individuals: A systematic review. Acta Psychiatrica Scandinavica, 131(6), 407-418.
Storch, E. A., & Lewin, A. B. (2015). Suicidal thoughts and behaviors in children and adolescents with chronic tic disorders. Journal of Developmental and Behavioral Pediatrics, 36(4), 301-310.
Trimbos instituut. (2013). Multidisciplinaire Richtlijn diagnostiek en behandeling suïcidaal gedrag.
Geen woord over het risico van psychoactieve medicatie! Kunt u ons uitleggen waarom niet?