Het begrip “borderline” werd geïntroduceerd in de psychiatrische literatuur om een patiëntengroep te identificeren die functioneert op een niveau tussen neurosen en schizofrene stoornissen. De borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS) werd geïntroduceerd in de DSM-III op basis van onderzoek door Spitzer et al, en sindsdien is er veel onderzoek gedaan naar BPS, met de nadruk op diagnose, etiologie, epidemiologie, beloop en prognose, cognitie en de effectiviteit van farmacotherapieën en psychotherapieën. In een zeer uitgebreide review in World Psychiatry wordt een uitgebreid overzicht gegeven van de diagnose en klinische karakterisering van BPS, risicofactoren, neurobiologie, sociale cognitie en neurocognitie.
Borderline
Borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS) is een uitdagende psychische aandoening die wordt gekenmerkt door instabiliteit in zelfbeeld, relaties en emoties, evenals impulsief gedrag. De stoornis gaat gepaard met aanzienlijke functionele beperkingen, met hoge percentages zelfverminking en zelfmoord.
BPS is significant geassocieerd met andere psychische stoornissen, waaronder depressieve stoornissen, middelenmisbruikstoornissen, posttraumatische stressstoornis en andere persoonlijkheidsstoornissen. De interactie tussen genetische factoren en nadelige ervaringen in de kindertijd speelt een centrale rol in de etiologie van BPS.
Behandeling
Psychotherapie, zoals dialectische gedragstherapie, mentalisatiegerichte therapie, overdrachtgerichte therapie en schematherapie, is de behandeling bij uitstek voor BPS. Echter, bijna de helft van de patiënten reageert onvoldoende op psychotherapie, en verder onderzoek op dit gebied is noodzakelijk.
Er is geen consistent bewijs dat enige psychoactieve medicatie effectief is voor de kernkenmerken van BPS. Vroegtijdige diagnose en behandeling van BPS kunnen individueel lijden en maatschappelijke kosten verminderen. Meer hoogwaardige studies zijn echter nodig, zowel bij adolescenten als volwassenen.
Individuen met BPS vertonen significante beperkingen in het begrijpen van mentale toestanden bij anderen, nauwkeurigheid in emotieherkenning en reactietijd, evenals tekortkomingen in mentaliseren. Beperkingen in neurocognitie omvatten besluitvorming, geheugen en uitvoerende functies. Bovendien gaat BPS gepaard met een groter verschil in negatieve affectiviteit na sociale inclusie dan na sociale afwijzing, en sterke gevoeligheid voor afwijzing (ostracisme). Er is voorlopig bewijs van negatieve zelfevaluatie, gebrek aan samenwerking/vertrouwen, tekortkomingen in zelf-ander onderscheid en splitsing bij BPS-patiënten.
Beheer van BPD
Het beheer van BPS omvat de focus op levensbedreigend gedrag, begrip en beheer van suïcidaliteit, en het vermijden van het gebruik van stoffen met afhankelijkheidspotentieel. Psychotherapie wordt aanbevolen als eerstelijnsbehandeling, met farmacotherapie als mogelijke aanvullende behandeling in specifieke situaties. Het gebruik van kalmerende of antipsychotische medicatie kan nodig zijn voor de behandeling van crises, met de nadruk op het vermijden van stoffen met afhankelijkheidspotentieel. Bovendien moet het beheer van slapeloosheid bij BPS voornamelijk bestaan uit algemeen advies over slaaphygiëne zonder medicatievoorschrift, en Z-geneesmiddelen mogen alleen worden voorgeschreven bij ernstige slapeloosheid, met de laagst mogelijke dosis en niet langer dan vier weken. Verder onderzoek is nodig om een meer alomvattend begrip te ontwikkelen van de rol van sociale cognitie en neurocognitie bij BPS.
Conclusie
BPS is een complexe en uitdagende stoornis die een uitgebreide en multidimensionale benadering vereist voor diagnose, behandeling en beheer. Meer onderzoek is nodig om de onderliggende mechanismen verder te begrijpen en de effectiviteit van interventies voor individuen met BPS te verbeteren.
Referenties
Leichsenring, F., Fonagy, P., Heim, N., Kernberg, O.F., Leweke, F., Luyten, P., Salzer, S., Spitzer, C. and Steinert, C. (2024), Borderline personality disorder: a comprehensive review of diagnosis and clinical presentation, etiology, treatment, and current controversies. World Psychiatry, 23: 4-25. https://doi.org/10.1002/wps.21156