Hoewel post-SSRI seksuele disfunctie (PSSD) inmiddels door het Europees Geneesmiddelenbureau is erkend als een medische aandoening die zelfs kan aanhouden na stopzetting van SSRI- en SNRI-antidepressiva, is deze aandoening nog grotendeels onbekend bij patiënten, behandelaren en onderzoekers, en daarom is er weinig bekend over deze aandoening. Een artikel in Biomedicine & Pharmacotherapy moet professionals aan de hand van een casestudy vertrouwd laten raken met de symptomatologie van PSSD en inzicht geven in de onderliggende mechanismen en behandelmogelijkheden.
Een 55-jarige mannelijke patiënt ontwikkelde symptomen van een laag libido, vertraagde ejaculatie, erectiestoornissen, ‘hersenzaps’, overactieve blaas en urine-inconsistentie na stopzetting van de SNRI venlafaxine. Bij veel van deze symptomen is een ontregeling van de serotonerge activiteit betrokken, met een belangrijke rol van 5-HT1A-receptordownregulatie en mogelijke downstream-effecten op neurosteroïde- en oxytocinesystemen.
Het artikel [zotpressInText item=”{9309347:W2DNT7UU}” format=”(%num%)” brackets=”yes”] bespreekt het vaak voorkomen van seksuele disfunctie na het gebruik van selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI’s) en serotonine-noradrenalineheropnameremmers (SNRI’s). Het benadrukt de nadelen van deze medicijnen vanwege hun seksuele bijwerkingen. In 2019 reageerde het Europees Geneesmiddelenbureau op een petitie door farmaceutische bedrijven aan te sporen te waarschuwen voor de seksuele bijwerkingen van antidepressiva. Ondanks deze bijwerkingen zijn SSRI’s vaak nog middel van eerste keus voor de behandeling van depressie in vergelijking met andere antidepressiva zoals monoamineoxidaseremmers en tricyclische antidepressiva.
Het artikel benadrukt de noodzaak om voorschrijfpraktijken te heroverwegen. De aanhoudende seksuele disfunctie als gevolg van deze medicijnen kan volgens de auteurs belastend zijn en zou zelfs depressieve symptomen kunnen verergeren. De tekst roept op tot meer bewustzijn en wetenschappelijk onderzoek naar de pathofysiologie en behandelopties voor post-SSRI seksuele disfunctie (PSSD).
Hoewel effectieve behandelingen voor PSSD nog moeten worden ontdekt, worden patiënten aangemoedigd om mogelijke oplossingen te onderzoeken. Naast een trial-and-error-benadering met traditionele of alternatieve geneeswijzen, is het volgens de auteurs belangrijk om de multifactoriële aard van seksuele disfunctie te erkennen, inclusief factoren zoals trauma, relatieproblemen en emotionele onevenwichtigheden. Het aannemen van een psychosomatisch perspectief kan ook helpen.
Deze casestudy lijkt de eerste te zijn waarin een ontwerpdenkenbenadering is toegepast om mogelijke PSSD te onderzoeken. Deze benadering legt de nadruk op het begrijpen van de context van de patiënt en het integreren van hun zorgen en voorkeuren. Door behandelingen te personaliseren buiten de klinische reikwijdte en rekening te houden met de unieke ervaringen van het individu, kan deze benadering waardevolle inzichten bieden en de heterogeniteit van de aandoening aanpakken. De genoemde ontwerpdenkenbenadering sluit ook aan bij het concept van precisiepsychiatrie, dat objectieve markers zoals beeldvorming, genetica en transcriptomics gebruikt om behandelinterventies af te stemmen op individuele profielen. Door ontwerpdenken te integreren in de biomarker-gestuurde toolkit kan de klinische respons worden gemaximaliseerd door de specifieke eigenschappen van elke patiënt aan te pakken.
[zotpressInTextBib style=”vancouver” sort=”ASC”]