dinsdag, juli 15, 2025

De effectiviteit van antipsychotica

Gerelateerde artikelen

De effectiviteit van antipsychotica

A.A. Brouwer
A.A. Brouwer
GGZ Verpleegkundig Specialist en Manager Zorg bij Parnassia / Uitgever van PSYMAG

Antipsychotica zijn een hoeksteen in de behandeling van ernstige psychiatrische aandoeningen. Al decennialang worden ze voorgeschreven om psychotische symptomen te verminderen en terugval te voorkomen. Maar hoe effectief zijn deze middelen nu echt? Wat zegt de wetenschap over de voordelen op de korte en lange termijn? En hoe wegen we die voordelen af tegen de vaak ingrijpende bijwerkingen?

Dit artikel geeft een uitgebreid overzicht van de huidige wetenschappelijke inzichten over de effectiviteit van antipsychotica. We kijken naar de werking bij verschillende aandoeningen, de verschillen tussen generaties medicatie en de belangrijke discussie over langetermijngebruik.

Leerdoelen

  1. Je kunt de effectiviteit van eerste- en tweede-generatie antipsychotica voor schizofrenie uitleggen, inclusief de beperkingen voor functioneel herstel.
  2. Je kunt de belangrijkste bijwerkingen van antipsychotica benoemen en weet hoe deze de keuze voor een specifiek middel beïnvloeden.
  3. Je kunt de kernargumenten in het debat over langetermijngebruik van antipsychotica beschrijven en toepassen in de context van gezamenlijke besluitvorming met je cliënt.

Wat zijn antipsychotica en hoe werken ze?

Voordat we de effectiviteit bespreken, is het goed om te weten wat antipsychotica zijn. Het zijn medicijnen die vooral invloed hebben op de signaaloverdracht in de hersenen. Ze beïnvloeden de werking van neurotransmitters, de ‘boodschapperstoffen’ in het brein.

De werking van antipsychotica wordt vaak verklaard vanuit de dopamine-hypothese. Deze theorie stelt dat een overmatige activiteit van de neurotransmitter dopamine in bepaalde hersengebieden een belangrijke rol speelt bij het ontstaan van psychotische klachten. Denk hierbij aan wanen (sterke overtuigingen die niet kloppen met de werkelijkheid) en hallucinaties (dingen zien, horen of voelen die er niet zijn).

Twee generaties medicatie

We verdelen antipsychotica in twee groepen:

  1. Eerste-generatie antipsychotica (FGA’s): Dit zijn de klassieke of typische antipsychotica, ontwikkeld in de jaren ‘50. Voorbeelden zijn haloperidol en chloorpromazine. Ze werken voornamelijk door het blokkeren van de dopamine D2-receptoren in de hersenen. Ze zijn vaak effectief tegen de zogenaamde ‘positieve symptomen’ van een psychose (wanen en hallucinaties).
  2. Tweede-generatie antipsychotica (SGA’s): Dit zijn de nieuwere of atypische antipsychotica, zoals clozapine, risperidon, olanzapine en quetiapine. Ze blokkeren ook dopamine D2-receptoren, maar vaak minder sterk dan de eerste generatie. Daarnaast beïnvloeden ze ook andere neurotransmitters, met name serotonine. Deze bredere werking zou theoretisch effectiever moeten zijn tegen ‘negatieve symptomen’ (zoals initiatiefverlies en emotionele vervlakking) en cognitieve problemen. Ook zouden ze minder motorische bijwerkingen moeten geven.

Later in dit artikel zullen we zien dat de verschillen in effectiviteit in de praktijk minder groot zijn dan aanvankelijk werd gedacht. Het verschil zit hem vooral in het bijwerkingenprofiel.

Abonnement benodigd

Je hebt een abonnement nodig om het (volledige) artikel te kunnen lezen.
OF

Dit artikel kopen & lezen

Schaf dit artikel aan en krijg permanente toegang tot het volledige artikel
Kosten:1 credit
Beschikbaar krediet: N/A.

Ook interessant