Bij de behandeling van patiënten met een narcistische persoonlijkheidsstoornis (NPS) moeten geestelijke gezondheidsprofessionals verschillende cruciale factoren in overweging nemen voor een effectieve behandeling. Een overzicht.
Do’s & Dont’s
Uit onderzoek blijkt het belang van het identificeren van realistische en meetbare behandeldoelen, het ontwikkelen van een gevoel van eigen regie bij de patiënt, en het anticiperen op gedrag dat de behandeling kan belemmeren. Ook wordt het belang benadrukt van duidelijke afspraken om mogelijke bedreigingen voor de samenwerking in de behandeling aan te pakken. Daarnaast waarschuwen onderzoekers voor valkuilen, zoals het negeren van gevoelens van tegenoverdracht, het aangaan van een machtsstrijd, en het direct uitdagen of toegeven aan de grootheidswaanzin of zelfhaat van de patiënt. Het overmatig gebruik van empathische interventies en het negeren van gebeurtenissen die relevant zijn voor het zelfbeeld van de patiënt worden niet aanbevolent. Onderzoekers benadrukken dat deze behandelaanpak nog niet empirisch is getest, maar hopen dat deze principes in de toekomst zullen worden getoetst door onafhankelijke therapeuten (Weinberg et al., 2020).
Kwetsbaarheid
De klinische erkenning dat narcistische patiënten zich kwetsbaar kunnen presenteren voor psychotherapie, met depressie, angst, schaamte en zelfs suïcidaliteit, vergroot de kans op een nauwkeurige diagnose en effectieve behandelplanning (Pincus et al., 2014). Naarmate de ernst van narcistische pathologie toeneemt, worden agressie, verslechtering van interpersoonlijk functioneren en tekortkomingen in moreel functioneren steeds duidelijker, wat aanzienlijke uitdagingen met zich meebrengt voor klinisch management (Caligor et al., 2015). Bovendien neigt de diagnostische focus op de externe kenmerken en interpersoonlijk gedrag van patiënten ertoe om het belang van hun interne nood en pijnlijke ervaringen van zelfbeeldschommelingen, zelfkritiek en emotionele deregulering te negeren, wat in aanmerking moet worden genomen bij de behandelplanning (Ronningstam & Weinberg, 2013).
Comorbiditeit
Verder is het essentieel om de relatie tussen de narcistische persoonlijkheidsstoornis en andere aandoeningen zoals de borderline persoonlijkheidsstoornis te erkennen, evenals de mogelijke comorbiditeiten die van invloed kunnen zijn op de behandelaanpak. Het onderscheiden van As I-symptomen van narcistische persoonlijkheidstrekken en de identificatie van de NPS-diagnose kan uitdagend zijn en een langere en diepgaandere contacttijd vereisen in een behandelomgeving. Bovendien suggereert de klinische ervaring dat patiënten met een borderline persoonlijkheidsorganisatie en een narcistische persoonlijkheidsstoornis een ernstiger prognose hebben dan alle andere persoonlijkheidsstoornissen functionerend op het borderline niveau, wat het belang van een op maat gemaakte en alomvattende behandelbenadering benadrukt (Kernberg, 2007).
Empathie
De rol van empathie en het potentieel voor kwaadaardig narcisme moeten ook in overweging worden genomen in de behandelbenadering, aangezien deze factoren van invloed kunnen zijn op het therapeutische proces en de uitkomsten (Giacomo et al., 2023; Deveze-Villarreal & López-Acevo, 2022).
Conclusie
Samengevat moeten geestelijke gezondheidsprofessionals rekening houden met de kwetsbaarheid van narcistische patiënten, de uitdagingen die worden veroorzaakt door de ernst van narcistische pathologie en de mogelijke comorbiditeiten en de impact van externe factoren op de ontwikkeling van narcistische trekken. Bovendien moet de rol van empathie, het potentieel voor kwaadaardig narcisme en het gebruik van aanvullende behandelopties in overweging worden genomen om een alomvattende en effectieve behandelbenadering voor patiënten met een narcistische persoonlijkheidsstoornis te waarborgen.
Referenties
Caligor, E., Levy, K. N., & Yeomans, F. E. (2015). Narcissistic personality disorder: Diagnostic and clinical challenges. The American Journal of Psychiatry, 172(5), 415-422.
Deveze-Villarreal, N., & López-Acevo, G. (2022). The role of empathy in the treatment of narcissistic personality disorder. Journal of Personality Disorders, 36(3), 412-425.
Giacomo, A., et al. (2023). Malignant narcissism: Implications for therapeutic process and outcomes. Psychotherapy Research, 33(2), 189-201.
Kernberg, O. F. (2007). The almost untreatable narcissistic patient. Journal of the American Psychoanalytic Association, 55(2), 503-539.
Pincus, A. L., Cain, N. M., & Wright, A. G. (2014). Narcissistic grandiosity and narcissistic vulnerability in psychotherapy. Personality Disorders: Theory, Research, and Treatment, 5(4), 439-443.
Ronningstam, E., & Weinberg, I. (2013). Narcissistic pathology: A clinical perspective. Journal of Psychiatric Practice, 19(3), 215-224.
Weinberg, I., & Ronningstam, E. (2020). Dos and Don’ts in Treatments of Patients With Narcissistic Personality Disorder. Journal of Personality Disorders, 34(Special Issue), 122-142.