De behandeling van ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) bij volwassenen is een onderwerp van voortdurende discussie en onderzoek. De definitieve plaats van geneesmiddelen in deze behandeling is volgens het gerenommeerde Geneesmiddelenbulletin nog steeds onduidelijk, ondanks de toename in het gebruik van ADHD-medicatie bij volwassenen in de afgelopen jaren. Er zijn slechts enkele gerandomiseerde onderzoeken uitgevoerd, en deze zijn vaak van lage kwaliteit.
Geneesmiddelen en hun effectiviteit
In meta-analyses van gerandomiseerde placebogecontroleerde onderzoeken naar de geneesmiddelen methylfenidaat, lisdexamfetamine en atomoxetine, die zijn geregistreerd voor volwassenen, is een statistisch significante verbetering van de ADHD-klachten gevonden. Echter, de klinische relevantie van deze verbetering blijft onduidelijk. De kwaliteit en omvang van de onderzoeken naar methylfenidaat en lisdexamfetamine waren laag en beperkt.
Kwaliteit en omvang
De lage kwaliteit en beperktheid van de onderzoeken naar methylfenidaat en lisdexamfetamine worden voornamelijk toegeschreven aan verschillende factoren. Ten eerste, de betrouwbaarheid van het bewijs wordt als laag beoordeeld vanwege het grote risico op bias, zoals onduidelijkheid over blindering, selectieve uitvalsbias en bias door selectieve rapportage. Daarnaast worden de onderzoeken gekenmerkt door een relatief korte duur, met een mediaan van slechts 8 weken, wat de generaliseerbaarheid van de resultaten beperkt.
Voor lisdexamfetamine werd in een Cochrane systematische review en meta-analyse uit 2018 ook een groot effect gevonden, maar het bewijs werd eveneens als van lage kwaliteit beoordeeld. De korte duur van de studies, gemiddeld 5,3 weken, en de restrictieve inclusiecriteria droegen bij aan de beperkingen van de validiteit van de systematische review.
Bovendien zijn er weinig onderzoeken naar de langetermijnbijwerkingen van deze geneesmiddelen, wat bijdraagt aan de onzekerheid over hun veiligheid en effectiviteit op de lange termijn. Deze factoren samen maken het moeilijk om definitieve conclusies te trekken over de werkzaamheid en veiligheid van methylfenidaat en lisdexamfetamine bij volwassenen met ADHD.
Cardiovasculaire Risico’s
Een observationeel onderzoek uit 2024 heeft aanwijzingen gevonden voor een verhoogd risico op cardiovasculaire aandoeningen na langdurig gebruik van met name methylfenidaat en lisdexamfetamine. Dit risico neemt toe naarmate de gebruiksduur langer is, met een significante stijging na drie jaar gebruik.
Richtlijnen en Aanbevelingen
De richtlijn van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) uit 2015 beveelt methylfenidaat en amfetamines aan als eerste keuze voor de behandeling van volwassenen met ADHD. Langwerkende preparaten worden geprefereerd vanwege hun bijdrage aan therapietrouw en verminderde kans op misbruik. Atomoxetine en bupropion worden genoemd als respectievelijk tweede en derde keuze.
Onderzoeksmethoden en Beperkingen
De onderzoeken naar de effectiviteit van ADHD-medicatie bij volwassenen zijn vaak kort van duur en hebben een hoog risico op bias. De betrouwbaarheid van het bewijs wordt als laag beoordeeld, mede door de korte duur van de studies en de beperkte generaliseerbaarheid.
Niet-Medicamenteuze Behandelingen
Naast medicamenteuze therapieën, biedt de zorgstandaard GGZ richtlijnen voor niet-medicamenteuze behandelingen, zoals psycho-educatie en adviezen. Bij onvoldoende resultaat kunnen behandelaar en patiënt samen beslissen over verdere interventies.
Conclusie
Hoewel er enige vooruitgang is geboekt in het onderzoek naar ADHD-medicatie voor volwassenen, blijft er een gebrek aan hoogwaardig bewijs over de effectiviteit en veiligheid op lange termijn. Het is essentieel dat toekomstige studies zich richten op het verbeteren van de kwaliteit van het onderzoek en het begrijpen van de langetermijneffecten van deze behandelingen.
Referentie
Stolk, L. M. L. (2025). Behandeling van ADHD bij volwassenen. Gebu. 2025;59(1).1.1.